606 opmerkelijk, dat daar alles aan pracht en gemak ontbreekt, wat in Europa bij jde hoofdkwartieren gevonden wordt. Dat hoofdkwartier bestaat uit zeven of acht tenten, op zeer rotsachtig terrein tegen een hegje geplaatst; het eenigste, wat men er vindt, is een beekje met zuiver water, dat langs de tent van den opperbevelhebber loopt. Hier en daar ziet men eenige transportwagens staan, waarvan de paarden rondom grazen. //Geen eerewachten, geen schildwachten, geen menigte adjudanten, die den toegang tot den bevelhebber verbieden. De officieren van zijn staf zijn zeer bekrompen gehuisvest, 2 of 3 in een eenmans-tent; zij mochten geene andere bagage hebben als een klein koffertje; Lee zelf had er maar een, dat iets grooter was. //Ieder, die den opperbevelhebber moest spreken, naderde hem met den diepsten eerbied, maar men beschouwde hem niet zooals de ge neraals in Europa beschouwd worden; neen, hij was als het ware de vader van allen. //Hoewel hij vele materieele verliezen geleden had: Arlington was onbewoonbaar gemaakt en verbeurd verklaard; White-house door den generalen staf van Mac-Clellan verwoest bij zijn terugtocht, toch liet hij zich nooit met minachting uit over de Yankees; integendeel sprak hij dikwerf met veel lof over zijne oude kamaraden in het fe deralistisch leger." De rust, die Lee aan zijne troepen gunde, was niet van langen duur; Burnside, opperbevelhebber der Noordelijken na Mac-Clellan, kreeg bevelde vijandelijkheden te hervatten. Zich niet in een algemeen gevecht willende wikkelen, besloot deze op Erederiksburg aan te rukken (aan den Rappahanock)dit te be machtigen ten einde er de winterkwartieren te betrekken, en in het voorjaar weder aanvallend op te treden. De uitstekend voor hare taak berekende kavallerie van Lee hield hem op de hoogte van alle bewegingen des vijandswaarop hij on middellijk Longstreet liet oprukkenom nog vóór Burnside de hoog ten bij Erederiksburg te bezetten; hij-zelf zou spoedig volgen. Arlington was door de federalisten bezet geworden; alles was geroofd en om vergehaald; van het huis had men eene ambulance gemaakt; het park en de tuin wa ren tot kerkhof gebruikt, waar meer dan 20,000 soldaten, tot ze'fs onder tegen de vensters, begraven werden, waardoor het nooit meer bewoond kon worden. Latei- werd het door het gouvernement te Washington verbeurd verklaard, en nooit aan de eigenaars terug gegeven.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 613