612 den Rappahanock terug. Hij had 25.000 man verloren. Het verlies der gecoufedereerden bedroeg slechts 10,000 man, maar voor hen was de dood van Jackson een onherstelbaar verlies, en wierp een schaduw op de behaalde voordeelendie als een voorbode kon aan gemerkt worden van de onheilen, die hen later zouden treffen. IV. Niettegenstaande die overwinningen was, op dit oogenblikde toe stand der gecoufedereerden verre van gunstig, aangezien zij bedreigd werden van verschillende ziideu. Lee besloot, door eene beweging in het noorden van Pennsylvanië, Virginië te ontslaan van die dreigende aanvallenzijn doel wasde gefedereerden in den waan te brengendat hunne hoofdstad gevaar liep. De hulpbronnen der staten, die sedert twee jaren het tooneel van den oorlog warenwaren zoo goed als uitgeput. Nieuwe wervin gen hadden de leemten voltallig gemaakt, en nadat Lougstreet met zijn korps uit Carolina aangekomen was, telde het zuidelijke leger 70,000 man. De vijandelijkheden namen weder een aanvang in eene bloedige ontmoeting tusschen de gefedereerden en de kavallerie van Stuart, aan de oevers van den Rappahanock. Tot drie keeren toe namen en verloren de geconfedereerden weder de vijandelijke batterijen. Zij werden eindelijk door de gefedereerden geheel omsingeld, toen in dit hachelijk oogenblik, de generaal Lee, tweede zoon van den opperbevelhebber, een uitmuntend geslaagden aanval deeddie hem een zwaren wond bezorgde. Aan de andere zijde was het Lee gelukt, door eenige opvolgende strategische bewegingen, Hooker geheel op het dwaalspoor te bren gen omtrent zijne plannen. Met versnelden gang doorliep hij de vallei van Shenandoah en was hij, zonder beletselen te hebben ontmoet, aan den Potomac gekomen, dien hij een weinig boven Harper's Perry overtrokdaarop doorsneed hij een klein gedeelte van Maryland en deboucheerde in Pennsylvanië'. Drie en twintig dagen had deze marsch geduurd. Niet onnoodig is het, eenige uittreksels uit zijne dagorders aan te halen, ten einde te doen zien, hoe hij zich steeds bezig hield met de krijgstucht en het goede gedrag zijner troepen. //De opperbevelhebber heeft met groote voldoening de houding der t O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 619