54 bataillon van Batavia, zoodat wij, met de artilerie en genie, komen tot een cijfer van ongeveer 6000 man. '/Nu moge dat geene expeditie heeten; een machtig legerkorps, bestemd om een nieuwen veldtocht te openen of den oorlog voort te zettenis het gewis. Trouwensik geloof dat men naar de letter recht heeft te zeggendat geene derde expeditie noodig zijn zal. Expeditiën toch zendt men daarheenwaar men nog niet gevestigd is, en in Atjeh hebben wij, gelukkig (en daarvoor kunnen wij niet dankbaar genoeg zijn) eene vestiging van groot belang. Wij behoeven daar dus niet meer eene landing te beproeven, geene zelfstandige derde expeditie heen te zendenmaar oorlog te voeren hebben we er wel. Ja, al ware dat niet, en al kwam eene bezetting alleen maar te pas, dan behoort in elk geval op de gevolgen van die bezetting voor ons leger gerekend te worden. //Wanneer wij nagaan, dat bij de laatste expeditie, bestaande uit 8000 man, een verlies is geleden van 2124 man, of, na aftrek van gesneuvelden en aan hunne wonden of aan de cholera overledenen te zamen 800 man, een verlies van over de 1300 man als slachtoffers van koorts en andere gewone Indische kwalen, dan kan men dit verlies voor een bezetting van 4000 man stellen op 650 man. Even wel, deze berekening is te gunstig, omdat 8000 man van de tweede expeditie slechts vijf maanden op den bodem van Atjeh geweest zijn, en dat in het goede saisoen, terwijl men voor de bezetting moet rekenen op twaalf maandenwaaronder het kwade saisoenen stelt men dus voor die bezetting en jaarlijksch verlies van 1000 man, dan kan dit niet overdreven geacht worden. //Wat doet nu de Minister om aan dit verlies van 1000 man te gemoet te komen? Hij acht zich reeds gelukkig, dat hij tot en met October 1460 man naar Iudië heeft kunnen zenden. Dat is echter niet meer dan het gewone vredescontingentnog wel uit een tijdvak, toen wij Atjeh niet hadden bezet. Wanneer eenmaal Atjeh onderworpen is, en zoodanig is onderworpen, dat er geen nieuw verzet is te vreezeu, zal toch meer dan het gewone contingent van 1400 man jaarlijks naar Java moeten gezonden woorden en a fortiori is dus dat cijfer in de tegenwoordige omstandigheden veel te gering. //Dit wat de manschappen betreft; maar wat wordt er voor de officieren gedaan? Ik spreek niet van de onderofBeierenvoor wie eenige verhooging van tractement wordt uitgetrokken, waarvan het gevolg kan wezen, dat meer onderofficieren of voor onderofficier ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 61