614. maar hij moest met zijne kavallerie groote omwegen maken en dit had een noodlottig gevolg, aangezien hij op het hachelijkste oogen- blik Lee niet kon bijspringen. Ook geloofde Lee het vijandelijke leger nog op eenige dagmarschen verwijderd, toen de voorhoeden slaags geraakten bij Gettysburg, een klein dorp in Pennsylvania". Lang zamerhand kwamen meerdere troepen in het gevecht, en Lee kon een geregelden veldslag niet ontgaan. Hij kon ongeveer 67.000 man tegenover 100.000 federalisten stellen. Den eersten dag bleef het voor deel aan de zijde der geconfedereerden. Den tweeden dag moesten de Noordelijken terug, en stelden zij zich verdekt op achter hunne stellin gen bij Cemetery Hill, achter Gettysburg; het kostte hun veel moeite, zich achter die stellingen staande te houden. Den derden dag weken de geconfedereerden, en moesten zij het de vorige twee dagen veroverde terrein weder afstaan. Lee, die reeds moeite had zijn leger op vijandelijk grondgebied te voeden, wilde niet terug, zonder te beproeven eene beslissenden slag te slaan. Daar het gevecht hoofdzakelijk op de beide vleugels ge voerd werdbesloot hij eenen algemeenen aanval te beproeven op het vijandelijk centrum, dat ten behoeve der vleugels wellicht verzwakt was geworden. De artillerie bereidde den aanval voor; gedurende twee uren braakte zij haar verdelgend vuur op de vijandelijke liniën. Drie kolonnessterk 15,000 man, rukten nu ten aanval op. De hoofdkolonnebestaande uit 5000 Virgiuiërs, de kern van het leger onder den generaal Pickelt, bereikte alleen de hoogte van Cemetery Hill; de beide anderen hadden het hevige vuur der gefedereerden niet kunnen doorstaan. De hoofdkolonne had met veel moeite de hoogten bereikt, maar zij werd niet bij tijds ondersteund en moest terug. De verliezen waren ontzettend. De hoofdkolonne was zoo goed als vernietigd. Drie generaals, 14 kolonels en -3/4 der man schappen waren gesneuveld. De kolonel Tremantle, engelsch ooggetuige, schrijft hierover het volgende //Het gedrag van Lee was boven allen lofverheven. Bezig zijnde, zijne troepen aan te vuren en te verzamelen, reed hij alleen de ge lederen door, terwijl zijn generale staf hem, tot hetzelfde doel, elders de behulpzame hand bood. Men kon op zijn gelaat geen enkele trek van ontmoediging lezenintegendeel, tegen de soldaten zeide hijal les zal nog wel goed afloopenlater zullen wij zien wat te doen, maar daarom is het noodig dat allen zich verzamelenwij hebben alle

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 621