Tot verscheidene keeren toe herhaalde Grant den aanvalmaar toen hij 10,000 man zonder vrucht verloren had, besloot hij tot een geregeld beleg. Uitgebreide aanvalswerken werden om Petersburg aangelegd; de verschillende schermutselingendie plaats grepenleidden tot niets. Eindelijk kwam er eeuige verandering in het eentoonig beleg; een federalistisch officier stelde voor, eene der vijandelijke redoutes te onder mijnen die te doen springen en dan den aanval nogmaals te wagen. Met de grootste omzichtigheid werd dat werk gedaan. Met eenen tunnel of onderaardschen gang van 500 meters was men tot onder het vijandelijk werk gekomen en werd er 12,000 pond buskruit aangebracht. Met het aanbreken van den dag van den 30 Juli werden de geconfedereerden verrast door eene geweldige uitbarsting. Het fort vloog als het ware geheel in de lucht. De mijn had een gat ge slagen van 150 voet lang, 65 voet breed en 30 voet diep. Yoor dat nog de kruitdamp opgetrokken was, opende de artillerie der gefedereerden haar vuur uit alle vuurmondenen rukte een aan- valskolonne van 5,000 man op, ten einde gebruik te maken maken van de eerste, paniek en zoodoende de geconfedereerden te verrassen. Nauwelijks zijn zij echter bij de ontstane bres en willen afdalen of daar worden zij door zulk een hevig vuur ontvangen, dat zij aar zelen, hetgeen Lee de gelegenheid geeft, nog meer vuurwapenen in het gevecht te brengen. Het bloedbad, dat hiervan het gevolg was, was verschrikkelijk. Die in de bres afdaalde was een kind des doods. Het tooneel was zóó afgrijselijk, dat de Generaal Mahone, die hier het bevel over de geconfedereerden voerde, het vuur liet ophouden; hij kon zulk een bloedblad niet langer aanzien. De federalisten zagen, met een verlies van 4000 manvan den aanval af, en Lee kon zijne vroegere stellingen behouden. Gedurende eenige maanden werd hij op verschillende punten aangevallenmaar hij wist den vijand steeds te doen afdeinzen. Een dezer aanvallen had in October plaats, en toen ook deze afgeslagen was gewordenbetrokken de beide legers voor en in Petersburg hunne winterkwartieren. Nog moeilijker had Lee het in dezen winter van 1864-1865 te stellen met de voeding zijner troepen. Hij had zijn hoofdkwartier op 2 mijlen van Petersburg opgeslagen, en wachtte daar met eene kalmte den loop der dingen af, die iedereen verbaasd deed staan. Zijn altijd open en flink uiterlijk boezemde een ieder vertrouwen in, 620

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 627