621 en toch zag hij de toekomst donker in. Sedert langen tijd beschouwde hij de zaak der geconfedereerden als hopeloos. Zijn leger was sterk verminderdde gevraagde versterkingen kwamen niet opdagen, terwijl het leger van Grant dagelijks vermeerderde. Lee was de eenige hoop voor de geconfedereerden. Van alle zijden kreeg hij brieven, waarin men hem verzocht, zijn leven toch niet te wagen. De soldaten vergoodden hemhij kon zijn tent niet verlaten of de geestdrift steeg ten top; ieder was er van overtuigd, dat de zaak der Zuidelijken zou staande blijven, zoolang hij aan het hoofd was. Dat onbegrensde vertrouwen was voor Lee eene voortdurende bron van smart; zijn plicht gebood hem dat vertrouwen niet te doen wankelen, doch zijne ondervinding op militair gebied en zijn doorzicht deden geen twijfel bij hem bestaan over het groote gevaar, dat op handen was wanneer de vijandelijkheden hervat werden. Nog kwam de versterking niet die hij had aangevraagden moest hij den vijand slechts het klein gedeelte, dat hem overbleef, tegenoverstellen; maar dat overschot was als het ware een keurkorps geworden, dat met hart en ziel aan zijnen bevelhebber hing. Zij hadden hem geheel in zijn doen en handelen leeren kennen. Zij wisten, dat een soldaat evenveel bij hem woog als een officier, dat zij altijd even vriendelijk door hem behandeld werdendat hij in hunne vele ontberingen deelde. De vermoeienissen hadden geen invloed op zijn krijgshaftig open uiterlijk uitgeoefend. Over dag zat hij steeds te paard en 's nachts schreef hij. Een Engelschman schreef, dat, toen hij onverwachts het kamp van Lee bezocht en ten eten was genoodigd bij den opperbevelhebber, de maaltijd bestond uit brood van turksche tarwe gebakken, en een klein stukje spek, dat op een schotel lag. De generaal bood aan ieder dit laatste aanmaar toen alle aanzittenden weigerdenbedankte ook hij, en de schotel werd weder weggenomen. Toen de sobere maaltijd afgeloopen was, vroeg de bezoeker aan de officieren, waarom zij allen dat stukje spek weigerden, waarop zij antwoordden: Wij hadden dat stukje spek ter uwer eere geleend, en wij hadden beloofd, het terug te geven." V. Het oogenblik naderdewaarop het lot der confederatie beslist zou

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 628