terug, waar hem zijn klein leger nog vol moed en vertrouwen wachtte. Die stellingen bleef hij tot des nachts behouden, toen hij zijnen af tocht begon. Zelf leidde hij den overtocht der zijnen over de Op- pomatoxtot dat de laatste man overgegaan was stond hij met het paard aan de hand, even kalm zijne bevelen te geven. Het leger, ingesmolten tot 15,000 man, verdween stil in de bos- schen. Na een oogenblik zette het zijnen terugtocht, beschermd door de rivier, naar het Westen voort. Niet ter neer geslagen door hun ongeluk, vervolgden de troepeu welgemoed hunnen weg, ver heugd dat zij de stellingen verlaten hadden, waar zij zoovele verschrik kelijke maanden hadden doorgebracht; de schoone lentemorgen scheen hun weder eeuige hoop in te boezemen. Zelfs Lee gaf die hoop niet geheel op, toen hij zagdat zijn stoutmoedig plan eeuige kans van slagen kreeg. De hoofdzaak voor hem was het voeden zijner troe pen, en hij rekende op de treinen, die den levensvoorraad tot op een opgegeven punt van den weg moesten brengen dien hij voorbij moest. Door eene ongelukkige vergissing reed de trein door en bracht den levensvoorraad naar Richmond, in plaats van op de afgesproken plaats, Amelia-Court-houseLee, hier aankomende, vond dus niets. De uitdrukking van wanhoop, die op de gelaatstrekken der zoo vermagerde troepen te lezen was, laat zich niet beschrijven; zelfs Lee's voorhoofd was somberder dan ooit, hij was door het gebrek aan levensmiddelen geheel ter neer geslagen. Hij moest nu in den om trek fourrageeringen laten doen. Het oponthoud, dat hierdoor ontstond, gaf Grant de gelegenheid, zijnen tegenstander den terugtochtsweg af te snijden. Gedurende vier dagen steeds op Lynchburg terug trekkende, ont kwam Lee als door een wonder aan zijnen vijand, en men zag als het ware 150,000 man jacht maken op 15,000 uitgehongerde gecon- federeerden. Toch behield hij nog zijne oude kalmte en tegenwoordigheid van geest. De vijandelijke kavallerie verontrustte nacht en dag zijne troepenwaarvan er velen van vermoeidheid en inspanning langs den weg neervielen. Nadat Earmville bereikt waswerden er aardewerken tot verde diging opgeworpen. Een krijgsraad werd gehoudenwaar Lee echter niet bij tegenwoordig was. Hierin sprak men na langdurige beraad slagingen over eene capitulatie. 624

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 631