deliiksche bijdrage. Om nu den schijn te voorkomenalsof de militaire muziek door de burgerij werd onderhouden, zouden die gelden aan de directiën van sociëteiten kunnen worden afgedragen, om door haar toedoen aan de muziek te worden verstrekt. Maar al was op ondersteuning van die zijde niet te rekenenwij gelooven, dat de verdubbelde contributiën der officieren en de verhoogde toe lagen van sociëteiten, kantines, enz. in de vermeerderde uitgagen zouden voorzien. Deze maatregelen zouden niet onmiddellijk de verlangde uitwerking hebben, daar het niet te verwachten is, dat bij alle bataillons over eenstemmend zou worden gehandeld; bovendien ware het wenschelijk, dat de vermeerderde uitgaven niet ten laste kwamen van de trak tementen der officieren. Mocht van Regeeringswege de gezindheid bestaan tot verbetering van de muziekhet doel zou veel beter worden bereiktwanneer aan de kapelmeesters der muziekkorpsen de graad van sergeant majoor werd toegekend, met eene soldij, gelijkstaande met die van stafmuziekant der 3de klasse. Deze maatregel zou bijna dadelijk de gewenschte gevolgen hebben. H. 633

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 639