a tot den aanbouw van kostbare kazernes ééne kazerne ten dioeve van bet korps over te gaan, en op die wijze te beschikken ver gelden, wier aanwending niet mag plaats hebben dan met de olie zekerheid, dat zij het voorgestelde doel zal doen bereiken." Het ligt in den aard der zaakdat de vele voorstanders der Indi- che brigade van het vorige jaardie in die brigade eene goede ver- terking van het Nederlandsche leger aan vrijwilligers zien hier- ïede niet waren ingenomen, en dat de voornaamsten onder hen, ooals de heeren De Roo en Stieltjeshunne beste pogingen zouden anwenden om die brigade tot stand te zien brengen. De eerste, die in het strijdperk trad, was de heer De Roo Van Hderwerelt. Deze stelde een amendement voor, strekkende om de f 300.000,voor een Indische brigade weder in de begrooting op ;e nemen. De Minister had gezegd, dat men alleen geld mocht uitgeven wan neer de volle zekerheid bestond, het beoogde doel te bereiken. //Wie", vraagt de heer De Roo, //kan die volle zekerheid in zaken als deze geven? Volle zekerheid, waar alles afhangt van de vraag, of de men- schen in dienst zullen willen komen;, waar men geheel afhankelijk is van den vrijen wil van personen, die niet kunnen worden gedwongen? De eisch, door den Minister gesteld, schijnt mij eene onmogelijke eisch, een van die eischen, die altijd kunnen worden aangevoerd om elk denkbeeld, elk plan voor onuitvoerbaar te verklaren." Hieruit blijkt, dat de Minister duidelijker zou zijn geweest, in dien hij zooals bij de latere bespreking der zaak het geval was al dadelijk zijne overtuiging had uitgesproken, dat de volle zeker heid bestond, dat het voorgestelde doel met zoude worden bereikt. //En nu de //tijdsomstandigheden"vervolgde de heer De Roo. //Mag ik den Minister vragenin welk opzicht de tegenwoordige tijdsomstandigheden verschillen van die van November 1873, toen de Kamer met bijna algemeene stemmen tot het oprichten eener In dische brigade besloot? Zooverre er verschil is, komt dit mijns in ziens geheel ten voordeele van den maatregel." Het geheele Indische leger, zonder uitzondering gelooven wij zal hierop ontkennend antwoorden, want in November 1873 was ,het Indische leger eenigszins compleet, terwijl er nu overal feitelijk groot incompleet bestaatzooals boven reeds herhaaldelijk werd gezegd. Hooren wij intusschen den heer De Roo verder: 63

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 70