64
//Vooreerst wijs ik op de verblijdende mededeelingen die wij de
eer haddengisteren van den Minister te ontvangen ten aanzien
van de resultaten van de werving-
//De Minister zeide, dat de Indische Regeering voor 1874 en
1875 de uitzending had verlangd van 3500 man. Thans zijn ei
reeds 1700 man aanwezig en dagelijks bieden zich 7 tot 14 man
aan. Gaat de werving op deze wijze voort, dan zal men op het
einde van 1875, tegen 7 man daags, dus tegen het minimum bere
kend, bijeenhebben 4500 man, derhalve 1000 meer dan in Indië
worden verlangd. Nu heeft men daarenboven de werving in de
maand Februari gesloten en gedurende vier maanden gesloten ge
houden. Ware dit niet geschied, dan zoude men waarschijnlijk tegen
het eind van 1875 een veel grooter excedent en wellicht meer man
schappen hebben dan noodig zijn om de geheele Indische brigade
te formeeren."
Het komt ons voor, dat de heer De Roo hier vergeet, dat juist
de werving tijdelijk grooter is omdat zij vier maanden gesloten is
geweest en omdat tegen den winter onder den minderen stand de
meeste armoede geleden wordt. Zal men mogen rekenen op gelijke
werving, meer dan een jaar lang? Wij gelooven het niet. Maar
ir.ocht zulks al het geval zijn, die aan te werven manschappen hebben
wij, zooals in het eerste gedeelte van dit opstel is gezegd, meer
dan noodig.
Het volgende argument schijnt krachtiger:
//Maar bovendien keeren binnen weinige maanden naar Nederland
terug al die onderofficieren en manschappen, die zich in 1873, ten
getale wellicht van 2000, voor een tijdvak van twee jaren voor den
dienst in Indië verbonden hebben.
//Zie daar eene tweede en ruime bron voor de eerste samenstelling
der Indische brigade, want de meesten dier menschendoor dat twee
jarig verblijf in Indië aan het burgerbedrijf ontwendzullen licht te
bewegen zijnom eene nieuwe dienstverbintenis bij dat korps aan te
gaan. Aan stof voor de eerste samenstelling kan het derhalve, naar
het mij voorkomt, niet ontbreken.
//Verder. Het getal onder-officieren en manschappen, dat jaarlijks
uit Indië terugkomt, zal, juist ten gevolge van den oorlog in
Atjehveel grooter zijn dan vroeger.
//De uitgezonden contingenten zijn veel sterker. En vele van die
menschen zullen terugkeeren om redenen van gezondheid. Zij zijn