68
Koloniën, hoewel hij destijds de zaak nog niet geheel doorzag,
genoopt werd, inmiddels een memoriepost op de tijdelijke begrooting
uit te trekken.
//Sedert dien tijd is gebleken, dat in de behoeften, waarin Indië
onder die moeielijke omstandigheden verkeerdevoorzien kon worden.
//Maar er is meer gebeurd. Sedert dien tijd zijn onze bezittin
gen in Indië aanzienlijk uitgebreid.
Het laat zich voorzien, dat binnen korteren of langeren tijd eene
duurzame vestiging op de noordkust van Sumatra verkregen zal
worden; in dat geval zal daar, evenals op andere buitenbezittingen,
b. v. op Sumatra's Westkust en de Zuider- en Wester-afdeelingen
van Borneo, eene bezetting moeten gelegd worden. Daarenboven
legt de uitbreiding van onze bezittingen en het ten onderbrengen
van eene landstreek, waarvan de bevolking zoo bijzonder krijgszuch
tig is, ons nog meer de verplichting op om elk middel aan te grij
pen geschikt om moreel ontzag in den Indischen Archipel in te
boezemen.
</En dan vraag ik, op het, bij het vasthouden aan het beginsel
van eene reservebrigade, niet ernstig overweging zal verdienen om
die daar ter plaatse te leggen en niet hier in Nederland? Zou het
leggen van de brigade in de Padangsche bovenlanden of eene gezonde
streek op Java, b. v. te Malang, dat weldra, zoo ik hoop, door
een spoorweg met de kust zal verbonden worden, voor de toekomst
niet meer waarborgen opleveren dan wanneer die te Haarlem of el
ders in ons vaderland wordt gelegd? De omstandigheden zijn dus
gewijzigd en zij leggen aan de Regeering, en mijns inziens aan de
volksvertegenwoordiging, de verplichting op, de wijze van uitvoering
der zaak nog eens ernstig te onderzoeken en te overwegen.
//Zoo als ik zeide, de reden waarom deze post van de begrooting
is verdwenen, is hoofdzakelijk van tijdelijken aard. Ik acht de
vestiging van eene Indische brigade hier te lande, op dit oogen-
blik, een ramp voor ons leger in Indië; en waarom? Juist om de
redenen, welke door den geachten afgevaardigde (De Roo) tot ad
structie van zijn voorstel zijn aangevoerd. Op dit oogenblik is er
een vrij aanzienlijk getal militairen in Indië, welke zich voor twee
jaren dienst verbonden hebben. Stel eens, dat na verloop vau dien
tijd de helft, ik neem een 1000-tal valide personen, zullen aan
wezig zijn. Zouden zij dan niet, wanneer alhier de Indische Bri
gade hen in de gelegenheid stelde, met hooger bezoldiging rust te