69
genieten, de voorkeur geven aan dèn terugkeer in het Vaderland, in
stede van zich in Indië weder te reëngageerenen ginds, waar wij
ze noodig hebben, de kracht van het leger te verhoogen?
//Het argument van den geachten afgevaardigde is mijns inziens
de sterkste veroordeeling van zijn amendement. Ik dring er met
overtuiging bij de vergadering op aan, dit amendement niet aan te
nemen. Ik wensch er de verzekering bij te voegendat,wanneer
er eenig vooruitzicht bestaat op het einde van den oorlogstoestand
in Atjeh, en er eenige mogelijkheid in het verschiet is dat er voor
het korps een voldoend getal personen zal aangeworven kunnen wor
den om niet alleen daar te lande te dienen, maar ook in reserve te
blijven, alsdan de Itegeering met een dergelijk voorstel bij de Kamer
terug zal komen. De eenige twijfel, die bij de Kegeering bestaat,
betreft de plaats van vestiging. Moet het korps in Indië zelf, of
in Nederland gelegerd zijn?
//Ik stap nu van het amendement af, en wensch al dadelijk aan
de vergadering het denkbeeld mede te deelendat voorloopig bij mij
bestaat omtrent de regeling van de zaak. Het zou mij het meeste
toelachen, de tegenwoordige inrichting te Harderwijk of elders te
verbeteren en uit te breiden, ten einde degenen, die naar Indië ge
zonden wordenniet geheel ongeoefend in Indië te doen aankomen.
^Tevens lacht het mij toe om, zooals ik zeide, in eene gezonde
streek van Sumatra of op Java, op eene plaats, door den spoorweg
met de zee verbonden, eene reservebrigade te leggen, welke dik
wijls door de overige korpsen van het leger zou worden afgewis
seld en aangevuld. Over dat denkbeeld wensch ik het Indisch be
stuur en den kommandant van het leger te raadplegen. Ik wensch
daartoe vooral ook niet te besluitenzoolang er geen mogelijkheid
bestaat om het uit te voeren. Omdat dit niet het geval is, heeft
men ook niets aan een post op de begrootingwaarvoor men wel
licht een gebouw zal kunnen stichtenmaar die voor de zaak-zelve,
met den besten wil der wereldgeen nut zal kunnen opleveren.
Het is daarom ook, dat ik hoop, dat de Vergadering zich niet
met het amendement zal vereenigen.
//Met den heer Storm Van 's Gravesande ben ik overtuigd, dat
zij, die zich nu laten werven, naar Indië willen. Mij is geen voor
beeld bekend van personendie zich hebben aangeboden om bij de
brigade te dienen, ten einde dan naar Oost- of West-Indie te kun
nen gezonden worden. De werving gaat goedkon ik gisteren