77 vraag, of dan het getal vrijwilligers, dat zich bij het Nederlandsche leger aanbiedt, zoo groot is? of daar geen plaats meer is, en of, wan neer die teruggekeerde militairen, na eenige jaren dienst in Nederland, weder zouden willen verplaatst worden naar het leger i3 Indië, daar tegen eenig beletsel zou bestaan Wij voegen er bij, dat de soldaat, wiens leven bij langer verblijf in Indië gevaar loopt, hier niet aangehouden wordt. Zoo wreed zijn onze officiereu van gezondheid niet. Zij keuren hem af en hij gaat op 's lands kosten naar Nederland terug. Wij vertrouwendat men daar niet zoo inhumaan zal wezen hem te ontslaan zoolang hij nog ziek is, en dat men hem daar eerst in een militair hospitaal genezen zal, zoodat hij daarna zich dadelijk kan engageeren voor het Nederlandsche leger, als hij dat verkiest. De kwestie der verloven voor mindere militairen is in vroegere jaren herhaaldelijk ter sprake gebracht, maar zij gaf steeds tot zooveel bezwaren aanleiding, dat men er van heeft moeten afzien, vooral ook omdat de noodzakelijkheid dan bestond, tegenover de vreemdelingen dezelfde regels te volgen, hun dezelfde voorrechten te verleenen als aan hunne Nederlandsche wapenbroeders. Hetgeen de heer Stieltjes verder sprak, is of boven reeds behan del, of, voor het oogenblik voor ons van minder belang. Wij gaan dus nu over tot de volgende woorden, gesproken door den heer Van Zuijlen van Nijevelt: //Vooral met het oog op de gezondheid der soldaten acht ik het weuschelijkdat de kolonialen", (een leelijk woord, dat, omdat het in den mond van het Nederlandsche volk een schimpwoord geworden is, niet in den mond van een volksvertegenwoordiger past!) //die zekeren tijd in Indië gediend hebbennaar Nederland kuunen worden teruggezondenzonder voor den dienst in Indië ten eenenmale te zijn verloren. Thans blijven zij wellicht eenigen tijd langer dienen maar door dien verlengden dienst in de tropische gewesten zijn zij onbruikbaar geworden. Dit heeft zich voorgedaan met een groot aantal personendie nog in de kracht van hun leven waren. Dit is zoo waar, dat men zich wel mag beroepen op Engeland, dat, als koloniale mogendheidtoch ook wel weet wat het doetIndien mijne herinnering niet geheel faaltdan laat Engeland de regimenten in den regel niet langer dan vijf jaren in de tropische gewesten, enkel met het oog op de gezondheid. Het is een feit, dat van een Eu ropeaan niet te lang een vermoeiende dienst in Indië kan worden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 84