79 De schildering van de Indische ongezondheid is, gelooven wij, overdreven. De gewone sterfte der Europeesche soldaten bedraagt 2 a 3 pCt., en daaronder zijn er velen, die hun gestel ondermijnd hebben door misbruik van sterkeu drank. Wanneer men zooveel mogelijk van de standplaatsen terugtrekt en afdoende maatregelen neemt tegen de prostitutie (een zevende gedeelte onzer zieken in de hospitalen bestaat, blijkens de koloniale verslagen, uit lijders aan daaruit voortvloeiende ziekten) dan is Indië niet zooveel ongezonder dan Nederland. Dysenterie o. a. komt bij het Indisch leger betrek kelijk zeer weinig voor. De meeste officieren gaan met verlof naar Nederland na 12- of 15-jarigen dienst, doch veel meer om familiebelangen of particuliere redenen dan voor ziekte. Het argument, dat bij den heer Van Zuijleu zwaar weegt, is de versterking van het Nederlandsche legér, in tijd van nood, door de Indische brigade. //Al is zeker bij de oprichting der Indische brigade als nevendoel het nut voor het leger in Nederland betrokken, zoo is Indië toch de hoofdzaak", heeft de minister van koloniën later ge antwoord. Dit is voorzeker volkomen juist; waar men, ten laste der Indische geldmiddelen, eene Indische brigade zal oprichtenmag men niet die brigade vooral wenschen met liet oog op de defensie van Nederland. Deze mag hier iiiet meer zijn dan nevendoel. Maar voor het geld, dat de Indische brigade, alles te zamen genomen, dus met inbegrip van de hoogere transportkosten voor militairen van en naar Indië, kosten zal, zal men ook het Nederlandsche leger even zeer kunnen versterken en het thans dreigend gevaar, dat het reeds zoo klein aantal vrijwilligers in het moederland nog door de oprich ting der brigade zal verminderen, tevens voorkomen. De kosten der Indische brigade, indien die eens onverhoopt tot stand mocht komen, zullen minstens zes tonnen gouds, wellicht zelfs een miilioen guldens per jaar bedragen. Desteed dat geld aan verbeterde voeding der Nederlandsche soldatenmaak dat dezen dagelijks vol op en krachtig voedsel erlangen, dan zult ge licht een paar duizend vrij willigers meer in dienst zien treden en is uw doel, wat betreft het Nederlandsche leger, evenzeer bereikt, terwijl het aantal onder de wapens te houden miliciens vermindert en dus de tegenwoordige conscriptie minder drukkend wordt voor het volk. Wij komen thans tot de repliek van den heer De Roo Van Aider-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 86