81 Wij herhalen hier slechts wat boventen aanzien van het door den heer Van Zuijlen gesprokene, werd opgemerktde Europeesche soldaat kan om de zes jaren, of, bij dienstverbintenis voor korteren tijd, zelfs eerder, het vaderland terug zien, en zich daar reëngageeren. Wij voegen er bij, dat het ook wel nimmer de bedoeling zal wezen, alle in Indië gereëngageerden op te zenden naar het depot. Het spreekt wel van zelf, dat zij blijven bij het korps waarbij zij zijntenzij zij verandering van garnizoen vragenhetgeen bij reëngagementen dikwijls geschiedt en welk verzoek dan steeds wordt toegestaan. Het depot dient alleen voor recruten en zwakken. //He heer Storm Van 's Gravesande is van gevoelen, dat de menschen zich wel willen verbinden voor den dienst in Indië, maar alleen on der voorwaarde, dat zij dadelijk naar Indië kunnen vertrekken. Het is mogelijk; doch ik wijs den geachten spreker op het rapport der commissie, betreffende de organisatie van de Indische brigade. Deze commissie heeft dat bezwaar zeer goed gevoeld, en daarom voorge steld dat men de menschendie zich voor de Indische brigade aan melden engageeren zou onder verschillende voorwaarden. Wie dadelijk naar Indië wil vertrekken, gaat eene dienstverbintenis aan om on middellijk in Indië dienst te doen. Wie zich wil verbinden voor Ne derland en Indië, kan onder een ander verband dienst nemen. Wie alleen voor Nederland in dienst wil treden, kan ook op die wijze eene dienstverbintenis aangaan." Toch niet dit laatste bij eene Indische brigade? Maar afgescheiden daarvanwelk voordeel heeft dan toch het In- dische leger van de Indische brigade Een groot gedeelte der aange worven manschappenen daaronder zeker nagenoeg alle vreemdelingen, gaat dadelijk naar Indië. Zij komen daar dus ongeoefend, niet //ge hard", zooals de heer Stieltjes wil, men heeft dus de reservebrigade in Indië, van den Minister, als depot toch noodig. Een klein gedeelte der aangeworven soldaten blijft voorloopig in Nederland, blijft daar in reserve tot hier de eene of andere buitengewone om standigheid de toezending noodig maakt. Wellicht komt die Indische brigade dus nimmer in Indië, en dient zij alleen tot versterking, ten koste der Indische begrooting, van het Nederlandsche leger. Dit mag voor het Nederlandsche leger noodig zijn voor het Indische heeft zoodanige brigade geen nut. Is het Nederlandsche le ger thans niet voldoende om den vaderlandschen grond te verdedigen,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 88