S3 dan breide men het uit; maar dan scheppe men geen Indische brigade, om in het ontbrekende voor Nederland te voorzien. Doch wij hebben Eoropeesche soldaten in Indië noodi"-. De for matie van het Indische leger is steeds een minimum geweest, en thans, na de gebeurtenissen in Atjeh, bepaald onvoldoende, zooals door den Minister en door leden der Tweede Kamer is gezegd. Doch zelfs bij die formatie is ons leger nooit feitelijkwel op papier voltallig geweest; men telde de recruten, de zieken, ja zelfs de bij een strafdetachement ingedeelden mede en was aldus compleet op papier. Moest één zoogenaamd veldbataillon uitrukken op expeditie, dan wa ren steeds een paar honderd overplaatsingen van en naar een ander bataillon noodig om het korps feitelijk compleet te hebben. Zoolang die toestand duurt, is ons leger niet slagvaardig; en dat moet het in eene kolonie, in een overheerscht land, toch zijn. Men geve ons dus depots, boven de formatie der veldbataillons. Dat zal meer bij brengen tot de sterkte van het Indische leger dan //Indische briga des", die in Nederland zijn De heer De Koo sprak van manschappendie alleen voor Nederland in dienst wilden treden. Mij vroegen daarop //toch niet bij eene Indi sche brigade?" doch lieten dat punt voor hetoogenblik buiten sprake. Indedaad schijnt dat de bedoeling van den heer De Koo te zijn, zooals is afteleiden uit hetgeen hij verder doet volgen //Wat zal nu gebeuren, wanneer het oogenblik daar is, dat de In dische brigade moet worden uitgezonden? //Dan zal het korps vertrekken met al de manschappen, die zich verbonden hebben om, zoo noodig, in Indië te dienen. Be overigen zullen worden achtergelatenmaar men moet de menschen niet ken nen om te gelooven, dat zij, ..anneer hunne kameraden vertrekken, dan niet met hen gezamenlijk naar Indie zouden gaan." Er zullen dus in de daad, volgens den heer De Koo, bij de In dische brigade lieden worden aangenomen, die alleen eene verbintenis bij het Nederlandse/ie leger aangaan! Hadden wij ongelijk, toen wij in het begin van dit gedeelte van ons opstel er op wezen, dat de vele voorstanders van de Indische brigade n. 1. de voorstanders in Nederland, want in Indië zijn die zeer schaarsin die brigade eene goede versterking van het Nederlandse/ie leger aan vrijwilligers zien? Kan men het den Indischen officieren euvel duiden, dat zij van die Indische brigade weinig heil voor het Indische leger verwachten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 89