84
Wie zal het uitmaken? De ondervinding moet beslissen. De proef
moet worden genomen."
De voorstelling is niet geheel juist. De Minister zegt niet: de
menschen komen nietmaar de Minister zegtde menschendie ko
men, hebben wij bij het Indische leger dadelijk hoog noodigdaarom
wil ik ze niet in Nederland houden. En de minister heeft daarin
volkomen gelijk
De heer Stieltjes en De Roo wier Indische brigades geenszins
op elkander gelijkenzeggen, de menschen komen wel. O ja, wij
gelooven dit ook, als de voorwaarden gunstig genoeg zijn, zal men
de Indische brigade wel compleet kunnen krijgen. Maar ten koste
van het Nederlandsche leger, dat te minder vrijwilligers zal krijgen, en
ten koste van het Indische leger, dat zijne soldaten, die het zoo
noodig heeft, 3600 geogr. mijlen van zich verwijderd ziet!
Om de rust in een overheerscht land te handhaven, is de krach
tige, dadelijke onderdrukking van elke poging tot verzet onvermij
delijk noodig. Daartoe moet men de soldaten onder de hand hebben,
en niet op een afstand van 3600 mijlen. Voordat die Indische bri
gade hier iskan het verzet al reeds zoodanige uitbreiding verkre
gen hebben, dat de onderdrukking jaren tijds, duizende menschen-
levens en schatten gelds kost. De Belgen waren in 1830 geen over
heerscht volk; maar toch kan de, den heer De Roo volkomen be
kende, geschiedenis van 1830 hem voldoende leeren, hoezeer dadelijke,
krachtige handeling bij een opstand noodig is. Enwas zij in
België noodig, honderdmaal meer is zij het in Indië.
De proef moet worden genomen, zegt de heer De Roo. Ware
het een proef, die eenvoudig wat geld kostte, zonder verdere gevol
gen dan zouden wij er ons wellicht nog mede kunnen vereenigen
maar nu die proef zal worden genomen ten koste van de strijdvaardig
heid van het Indische leger; nu zij het aantal vrijwilligers bij het
Nederlandsche zeker zal verminderen, nu wij ook in die proef, in
dien zij slaagt, voor beide legers geen heil zien, nu is onze vaste
overtuiging, dat men geen proef moet nemen. Tot zulke proeven
mag eene Regeering niet lichtvaardig besluiten.
'/Gelukt de proef, wat zal dan verkregen zijn?
'/Dan zullen wij hebben verkregen een korps, dat een zeer nuttig
element kan zijn bij de verdediging van Nederlandeen bronwaar
uit, als de heer \an Zuijlen reeds deed opmerken, kaders kunnen