158
welker bespreking een onderdeel van dit opstel zal uitmaken. Hoofd
zaak blijft de oprichting van stoeterijen en wat daaraan verbonden
is; maar aangezien in het nevendoel van de hierboven genoemde twee
kategorien en zoowel in de inrichting als in het beheer er van
een groot onderscheid bestaat, zal elk harer uit een ander gezichts
punt, en daarom afzonderlijk, behandeld worden. Bij de verschil
lende daarover te maken beschouwingen treden de militaire stoeterijen,
die in de eerste plaats in een militair tijdschrift behandeld moeten
worden, natuurlijk op den voorgrond. De beschrijving daarvan zal
dus wederom hoofdzaak zijn, terwijl voor de partikuliere stoeterijen
niets meer dan de hoogst noodzakelijke aanwijzingen zullen worden
gegeven en de eischendie deze met gene gemeen hebben, niet be
hoeven te worden vermeld.
Bij de algemeen erkende waarheid, dat het Indisch paardenras in
de laatste jaren meer en meer achteruit gaaten zoo ooit thans
de tijd daar is, dat de regeering verplicht is, ernstige maatregelen
voor de verbetering van dat ras te doen treffenkan het aangeven
van denkbeeldenhoe die verbetering het doeltreffendst tot stand is
te brengen, voor het legerbestuur dat in deze aangelegenheid
de regeering moet voorlichten -gewis niet anders dan welgevallig
zijn.
Bij de ontwikkeling dier denkbeelden ligt het niet in mijne be
doeling, een onderzoek te doen naar de oorzaken van den achter
uitgang van het Indisch paardenrasnoch eene geschiedenis te geven
van de eenmaal bestaan hebbende gouvernements-stoeterij en en de
organisatie-plannen voor dergelijke inrichtingen, die, vóór haar be
staan en na hare opheffing, aan de regeering werden ingediend. Heeft
het op dit oogenblik zijn nut, om bij de opsomming van de vele
oorzaken van dien achteruitgang gesteld eens dat dit bewezen ware
de regeering aan te wrijven, dat zijdoor onverstand of onverschil
ligheid, de hoofdoorzaak daarvan is? De tijd van kritiseeren is voor
bij en die van handelen gekomen voor hen, die het legerbestuur
met hunne raadgevingen van dienst kunnen zijn. En daarvoor
is het evenmin noodig, over de geschiedenis der Indische stoeterijen
en hare verschillende organisatiën, in de periode van 1817 tot heden,
uit te wijden. Is de regeering thans, in haar streven tot verbetering
van het Indisch paardenras, op den goeden weg? Dit zal de tijd
ons spoedig moeten leeren.