318 nog veel te kort in werking, om reeds vruchten te kunnen afwerpen, //Gij hebt niet vergeten," zegt De Chasseloup- Laubat aan zijn me de-afgevaardigden //hoe 't met die nauwelijks ontworpen organisatie stond, toen de oorlog van 1870 uitbrak. Gij weet 't even goed als wij, dat de kaders ontbraken, dat slechts een klein aantal compagnien en bataljons zich had kunnen formeeren." Dit is een zaakwaarop men niet genoeg bedacht kan zijn. De taak om een nieuwe legerinrichting tot stand te brengen is uiterst moeilijk; maar ook de beste wijze van legervorming, de beste or ganisatie helpt niet, zoo lang zij niet hare volledige toepassing vindt, 't Mag daarom onverantwoordelijk genoemd wordenwanneer men met de oplossing van die quaestie draalt, want eerst jaren nadat deze oplossing is verkregenzal men zich kunnen verheugen in het bezit van hetgeen men wil hebbenFrankrijk heeft die harde waarheid in volle mate ondervonden tijdens den laatsten oorlog. In plaats van 800,000 man kon 't slechts 336,000 man te velde brengen, en hoe 't op zijn mobiele garde kon rekenenhebben de gebeurte nissen in het kamp van Chalons bewezen. Over de gevolgen der laakbare verwaarloozing van het krijgswezen in Frankrijk, en van het onverklaarbaar zelfvertrouwen des Keizerrijks behoeven wij hier niet uit te wijden. Zij zijn genoegzaam bekend. Maar Frankrijk heeft zich de gevoelige lessen van 1870 ten nutte gemaakt1t Kon dit doen, omdat het een groote staat en een groote natie is, die niet maar zoo op eenmaal uit de rij der staten en volkeren worden weggeveegd; hetgeen in gelijke omstandigheden hoogst waarschijnlijk het lot zou zijn geweest van een klein land, een klein volk. Bezield met het edele denkbeeldzooals De Chasseloup-Laubat zegtdat //groote rampen groote lessen insluiten; dat de ware wijsheid is, die lessen te begrijpen en de ware moed, er partij van te trekken," was een der eerste handelingen van de Nationale Vergadering, dat zij een Commissie benoemde, belast met de taak om haar een geheel samenstel van wetten voor te leggen, regelende de recruteering en de organisatie der land- en zeemacht. De Commissie heeft haar taak met ijver opgevat en reeds 27 Juli 1872 was Frankrijk in het bezit van een wet op de recruteering van het leger, een wet, later nog door verscheiden andere gevolgd, 't Is duidelijk, dat men in Duitschland'met de meeste zorgvuldigheid alles gadesloeg wat de westelijke nabuur deed om zich te herstellen van de vreeselijke slagen, hem toegebracht, en vooral met het oog

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1875 | | pagina 325