waarts te komen, vóórdat men zelf het vuren begint. De derde zone
is die van het mikkende infanterievuur (800 passen en minder), waarin
de den aanval volvoerende infanterie achtereenvolgens als voortreffers
(tirailleurlinie en soutiens)hoofdtreffers en reserve in den strijd wordt
gebracht. Sprongsgewijze vooruitgaan der scherpschutters en kleine
soutiens, laagsgewijzeschieten, dat is: het verbruiken van eene
door den aanvoerder bepaalde hoeveelheid patronen, om de lieden
eenigermate in de hand te houden. De hoofdtreffers gaanzoo mo
gelijk, compagniesgewijze, in linie vooruit.
Na den beslissenden strijd is spoedige herstelling van het taktische
verband de eerste en voornaamste taak der troepen.
In de verdedigende houding komt het er op aan, de eigenlijke
verdedigingslinie vooraf zoo sterk mooglijk te bezetten. Waar men
den vijand niet vin het vwut han laten loopenzal men van het
voordeel der eigene gedekte stelling partij trekken door hem reeds
van verre verliezen te berokkenen. Dus op meer dan achthonderd
passen krachtige artillerie-verdediging, op dien afstand opening van
een spaarzaam infanterie-vuur, dat eerst tot een algemeen vuur wordt
opgevoerdwanneer men van de werking ten volle zeker isOp
vijf- tot vierhonderd passen snelvuur; daarna optreden van de reserve.
Aanvallende bewegingen moeten zelden en met voorzichtigheid aan
gewend worden.
Aan de eischen van het nieuwere gevecht beantwoordende, moet
de opleiding bestuurd worden. Het gebrek aan bepaald voorgescbre-
vene vormen en commando's voor de nieuwe gevechtsverhoudingen
moet verholpen worden; louter grondstellingen en vingerwijzingen,
gelijk het vierde hoofdstuk van het nieuwe Duitsche reglement bevat,
zijn voor de meeste menschen niet genoeg, terwijl daar, waar vaste
vormen openbaar gemaakt zijn, de troep in ongelooflijk korten tijd
groote geoefendheid in de gevechts-exercitiën verkrijgt. Een troep
is slechts dan goed opgeleid, een aanvoerder volbrengt eerst dan
goed zijne rolals gene goed geoefend i§ in de gevechtsexercitiën
en deze zijne manschap vast in de hand heeft.
Wij bevelen de taktische geloofsbelijdenis van generaal Wechmar
te meer aan, omdat zij niet dogmatisch opgesteld is, en hij zijn ge
loof niet opdringt, maar bewijst.
Uit het Buitsck.)
En.
422