93 Het zal mij aangenaam zijn, indien ik sommige jeugdige officieren pogingen zie doen om op de krijgsschool te worden toegelaten, daar ik de overtuiging heb dat de algemeene en bijzondere kundigheden, welke deze instelling ten doel heeft in het leger te verspreiden, van groot nut voor alle wapens zijn. Alleen die officieren zullen later geschikt zijn voor groote kommandementenwelke met hun eigen wapen volkomen vertrouwd zijn, en bovendien eene algemeene kennis bezitten van alle wapenen en van alle takken van de krijgswetenschap. Ten einde den lust tot den arbeid te ontwikkelen en aan de kun dige officieren de gelegenheid te geven zich te onderscheiden, zal ik onderwerpen van militairen of technischen aard doen bestudeeren en behandelen; ik behoud mij voor, later mede te deelen in hoever partij van de belangrijkste, op deze wijze verkregen opstellen ge trokken zal worden. Aan de officieren van eiken rang en van eiken ouderdom beveel ik den arbeid aan als een bron van groote zelfvoldoening en als een zeker middelom een eervollen loopbaan te volgen en langen tijd de geestkracht en de physieke sterkte te behouden welke voor de ver vulling van de militaire plichten noodig zijn. Het bijzonder weten schappelijk karakter van den nieuweren oorlog legt nieuwe verplich tingen aan de officieren op en voortaan zal de meerderheid zijn aan de zijde der kennis, die alleen de ondervinding kan aanvullen. De legers der kleine, onzijdige staten zullen in den regel de oorlogs ondervinding missen; daarom moet in die legers de studie met meer zorg aangemoedigd worden dan in die der groote militaire mogendhe den. Ik zal rekening met die noodzakelijkheid houden door aan de hoogere autoriteit de officieren te doen kennen die zich onderscheiden, en door mijne beste pogingen aan te wenden om hen de verdiende belooningen te doen verkrijgen. Alle wapens hebben moeielijke tijdperken te doorworstelen, ten gevolge van bijzondere omstandigheden of organieke wijzigingen, ge durende welke de bevordering minder voorspoedig is dan bij de an dere wapens. Deze onvermijdelijke teleurstellingen, Mijne Heeren behooren U niet te ontmoedigen, zoo als zij dat gedaan hebben met meerdere Uwer kameraden, die in civile betrekkingen zijn overgegaan in betrekkingen, die vaak weinig in verhouding waren met hunne verdienste en hunne maatschappelijke stelling. Vervolgt, tot aan het einde, de loopbaan van zelfverloochening en toewijding, die gij vrij willig gekozen hebt, en gij zult de eer, Vaderland en Koning te

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 100