93 het denkbeeld niet hebben opgevat, in de Krim te landen en eene versterkte plaats van dat gewicht te belegeren. Herinneren wij ons dat inenvoor de opwerping der aardewerken van Sebastopol, gedurende het beleg eiken dag 5- tot 10,000 man noodig had, die, aanhoudend blootgesteld aan het vuur van den be legeraar, groote verliezen leden. Deze werken waren in geeneu deele stormvrijde belegerde was dus voortdurend in afwachting van een aanval en derhalve gedwongendezelfde werken door een aanzienlijk aantal troepen bezet te houdendeze noodzakelijkheid bestond voora gedurende de bombardementendie bijna altijd de voorbode van een aanval waren. Deze troepenuitgezonderd een klein aantal dat onder blindeeringen een schuilplaats vond, waren alzoo, ten gevolge van het gemis aan kazematten en van de onvoldoende hoogte der borst weringen, blootgesteld aan de uitwerking van alle vuren des. vijands en leden zeer groote verliezen. Daardoor konden alle versterkingen aan soldatendie onophoudelijk naar de Krim gezonden werdende werkelijke sterkte onzer troepenmacht nooit tot de zelfde hoogte doen geraken als die des vijands; Sebastopol eisclite daarvoor dagelijks een te groot aantal menschenlevens. Indien nu Sebastopol door duurzame versterkingen omgeven ware geweest, bad er geenerlei noodzakelijkheid bestaan, eiken dag 5- ïi 10,000 man voor de uitvoering van de ter verdediging noodige werken te bestemmen, en was het voldoende geweest, slechts het strikt noodig aantal artilleristen voor de bediening der stukkeneti infanteristen voor het betrekken der wachten en het onderhouden van geweervuur, aan 's vijands vuur bloot te stellen. Al het overige deel van het gar nizoen had dan in de kazematten een onderkomen kunnen vinden. Wij waren dan beveiligd geweest tegen een stormenderhandschen aanval en hadden alzoo de sterkte van het garnizoen kunnen verminderen in stede van veertig, waren twintig duizend man voldoende geweest; de overige twintig duizend hadden het leger in het open veld kunnen versterken. Het is duidelijk, dat onze verliezen dan veel minder groot waren geweest en dat, instede van honderdduizend man, niet meer dan de helft buiten gevecht zou zijn gesteld geworden. Zoo doende zou ons leger, in plaats van steeds minder talrijk te zijn dan dat de verbonden mogendhedenvoortdurend sterker dan dit ge weest zijn; in stede van, in de omstreken van Sebastopoltegen het einde van Augustus en in het begin van September, slechts 115,000 man te hebben, zouden wij 165,000 gehad hebben tegenover de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 102