99 gevolge van de bovenmatige zorgen en inspanning in de laatste twee jaren". Hij overleed in den avond van den 24Jen Februari jl., ten 111 uur, plotseling in het bivak bij de kampongs Ponga en Lamara. Voor zijne verdiensten te Atjeli werd hij achtervolgend bevorderd tot Ridder der 3de kl. en tot kommaudeur der militaire Willemsorde, en werd hem in Februari 1875 de rang van generaal-majoor toegekend. De schitterende loopbaan is nu gesloten van een even dapper als kundig officier, die bestemd scheen, Koning en Vaderland nog de gewichtigste diensten te bewijzen. Hij was een even rechtvaardig als welwillend chef, die steeds de belangen zijner ondergeschikten behartigde, en van wien men, als van Turenne, kan zeggen, dat hij de zorgvolle vader zijner soldaten is geweest. Op het oorlogsveld was Pel de afgod van zijne soldaten en van zijne officieren beide en indien er, bij al de bezwaren, waarmede onze troepen daar te kampen hebben gehad, steeds een goede geest onder hen is levendig gebleven, indien allen daar voortdurend op eene boven onzen lof ver heven wijze hun plicht hebben betracht, dan is dat zeker voor een goed deel te danken geweest aan hem, die hun den weg der over winning wees en op wiens roepstem nooit iemand achterbleef. De generaal Pel bezat dan ook al die hoedanigheden, die, zoo als Knoop opmerkt, de geestdrift voor een legerhoofd moeten opwekkenbeleid; snelheid van beraad; helderen blik; kalmte, te midden der grootste gevaren; goedheid des harten, zich in minzaam heid jegens allen openbarende; een gemoed, dat geen vrees kende. Het prachtig, met brillanten omzet kommandeurskruis der militai re Willemsorde, hem ten vorigen jare door de ouder zijne bevelen dienende officieren aangeboden, is het teeken, hoezeer men inge nomen was met zulk een aanvoerder. De dood van dien man is een zware slag voor het Indisch leger. Maar hij heeft een schoon voorbeeld achtergelaten van zelfverlooche ning, plichtsbetrachting en heldenmoed, dat niet verloren gaat maar tot navolging opwekt. Zoolang die deugden bij ons leger gehuldigd worden, blijft de naam van den generaal Pel onvergankelijk in onze krijgsgeschiedenis, en steeds zal de herinnering levendig blijven aan den veldheer, die aan zijne meerderen bewondering afdwong, door zijne minderen aangebeden werd en door allen, burger en soldaat, in den vollen zin des woords werd hooggeacht. Krijgs- en gescliiedk. geschriften, vierde deel, blz. 98,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 106