104 's vijands positie en getalsterkte te aanzienlijk mochten blijken om zulk een aanval te doen, een geschikt punt te bezetten om hem te observeerentot dat de toezending van versterking (den volgenden ochtend) offensief optreden zou veroorloven. Daar de uitgezonden kolonne aan het laatste deel dezer instructie voldeed en dienvolgens buiten Penajoeng bivakkeerde, rukte de majoor J. G. Scharp, op last van den opperbevelhebber, den volgenden ochtend uit aan het hoofd van 200 man infanterie, nam ten 6 ure het bevel van den kapitein Van Aerssen over, en deelde het detachement derwijze in drie kolonnes indat de middelste de vijandelijke positie uit het zuidoosten naderde, de rechterkolonne haar oostwaarts trachtte om te trekken, en de linkerkolonne, onder bescherming van het vuur der artillerie-sectie, langs den rechter rivieroever ten aanval oprukteter wijl de mortieren de beweging iu het centrum volgden; rug en rechterflank der aldus ageerende troepen werden door een detachement uit Penajoeng gedekt. In het zwaar begroeid terrein marcheerde men onder 's vijands goed onderhouden vuur langzaam voorwaartstot dat het juist gericht artillerievuur de verlangde uitwerking had, waarop de linkerafdeeling den stormpas aannam, gevolgd door een deel der middenkolonnedie voor het overige ter dekking van de ambulance achterbleef. Een oogenblik hield de vijand stand; maar nauwelijks wareu enkelen der onzen in zijne stelling binnen gedrongen, of hij nam in noordoostelijke richting de vlucht, waarbij eenige salvo's van de rechterkolonne hem nog gevoelige verliezen toebrachten. Na een gevecht dat 2 uren geduurd had, was Lampoeloe alzoo genomen, met een verlies aan onze zijde van 27 gewondenallen mindere mili tairen. De majoor Scharp keerde met zijn detachement naar Kotta- Radja terug, na te zijn afgelost door eene compagnie infanterie, die als voorloopige vaste bezetting van den door haar te versterken post was aangewezen. Had deze gelukkig uitgevoerde operatie ons defensief vermogen tusscheu Pakan-Atjeh en de marine-benting aanzienlijk verhoogd, de Atjehrivier was daardoor niet aan 's vijands vuur onttrokken. Talrijke drommen Atjehers vertoonden zich dagelijks benoorden liet nipa-bosch, aan den rechter rivieroever en het strand, en de marine- benting werd uit het noorden en noordoosten herhaaldelijk verontrust. Om hieraan een einde te maken besloot kolonel Pel den 29sten Juni eene offensieve beweging uit te voeren, waarvan hij persoonlijk de leiding op zich nam. In den vroegen morgen van dien dag verliet het linker half 9de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 111