105
bataillonwaaraan 2 sectiën artillerie, 2 mortieren en eene sectie
genietroepen waren toegevoegdonder bevel van den majoor J. H.
Eomswinkel, Kotta-Radja, gevolgd door twee detachementen, te
zamen sterk 150 man, die voor drie dagen van vivres voorzien
bestemd waren om de te nemen punten te bezetten. Nabij Penajoeng
ging de kolonne van den linker- op den rechteroever over, en zette
haren marscli naar Dampoeloe voort 5 hier werd halt gehoudende
artillerie versterkt met een tweetal mortieren en de gevechtsvorm aange
nomen, waarop de tocht in oostelijke richting werd vervolgdmet bet
doel, zoodra men het nipa-bosch voorbij zou zijnzich noordwaaits te
wendenten einde Kotta-Babie en Ivotta-Radja-bediel te bereiken.
Het duurde echter niet lang, of een hevig geweervuur gaf blijk van
's vijands voornemen 0111 den marsen der onzen te stuitenen bo
vendien werd spoedig bemerkt, dat de te volgen weg door een stormvrij
aardewerk werd versperd. Terwijl nu de artillerie in positie kwam
om deze sterkte te beschietenwerd eene compagnie infanterie in
zuid-oostelijke richting uitgezonden met de opdracht, het terrein
naar die zijde te verkennen; deze diende tevens om de rechterflank
der kolonne te dekken en sneed den vijand den terugtocht naar het
zuiden af. Onder diens aanhoudend vuur werden de dichte versper
ringen opgeruimd, en zoodra deze arbeid zoover was gevorderd, dat
de infanterie de borstwering kon bereikenvolgde het sein tot den
storm-aanvaldie, met klem doorgezet, door de verdedigers zoo
manmoedig werd afgewacht, dat eerst een woedend gevecht met de
blanke wapens den strijd vermocht te beslechten. s Morgens om 7
uur was kampong Garouw genomen, waarin niet alleen een aantal
■lijken werden gevonden, maar ook een 6-tal Atjehers krijgsgevangen
gemaakt, die zich op genade of ongenade moesten overgeven en naar
Kotta-Eadja werden opgezonden.
Op last van den opperbevelhebber had de marine des nachts het
strand benoorden de marine-benting beschoten. Dit vuur had, naar
liet scheen, den vijand tot ontruiming zijner noordelijk gelegen stel
lingen genoopt, die hij niet weder bad, bezet, vermoedelijk wijl bij
omtrent het aanvalspunt misleid was, eensdeels door bet gerucht dat
wij tegen Soerian zouden ageerenanderdeels door de afwisselende
kanonschoten, die sinds bet begin der manoeuvre uit al onze posten
op de omliggende kampongs werden gelost. Hoe liet zij, 11a de
vermeestering van Garouw ondervond de kolonne geen verderen weer
stand; zoowel de sterkte te Djeünkei, als de kampong TibanIvotta-
Babie en Kotta-Eadja-bediel waren verlaten, ofschoon talrijke ver-