110 gen plaatsen in mindere mate, verontrustallerwege werden 's vijands pogingen echter verijdeld en tegen het vallen van den avond was onze nieuwe noostersterkte" in zoover voltooid, dat een infanterie- detacheinent van 50 man zich daar voldoende gedekt kon legeren ons verlies bedroeg dien dag 3 dooden en 2£ gekwetsten, allen mindere militairen. Ofschoon de gezondheidstoestand der troepen omstreeks het einde van Juli wel langzaam maar toch merkbaar begon te beteren, zag de kolonel Pel, uithoofde der zware diensten, die hij voortdurend van hen moest vorderen, zich genoodzaakt versterking aan te vra gen; hij stelde dus den legerkommandant voor, hem te machtigen eene nieuwe (3de) compagnie genietroepen op te richten en eeue nieuwe (8ste) compagnie vestingartillerie te vormen, en boven dien de noodige bevelen te geven opdat de expeditionaire macht te Atjeh zou worden versterkt met hare te Padang garnizoen houden de reserve, het linker half 6de bataillon infanterie. Den 26sten Augustus werd door den Gouverneur-Generaal dienovereenkomstig beschiktnadat het legerbestuur reeds den Ssten te voren was ge machtigd, voorloopig maatregelen te nemen ter overbrenging van de uit Padang op te roepen reserve. Toen deze den IS11™ September in haar geheel te Atjeh veree- nigd was, begon zich al meer en meer de bedoeling des vijands te openbaren om tusschen Penajoeng en Pakan-Atjeh onze defensielijn te forceerenzoodoende de Atjehrivier te bereiken en dan Maraksa binnen te dringen, waartoe hij zich te Langkroek geducht versterk te en van daar allengs de communicatie tusschen Pakan-Atjeh en de loopgraven wacht onveilig maakte. Om deze en dergelijke pogingen te verijdelen, werd het noodig Langkroek te bemachtigen, terwijl tevens de noordelijk gelegen post te Lamara naar het zuid- en noordoosten uitgebreid moest worden, ten einde den vijand te belet ten de koerong Tjoet te overschrijden. Aan het hoofd van 6 compagniëu infanterie (van het 3de, 6de en 9de bataillon), 2 sectiën artillerie en een peloton genietroepen, Kader, manschappen en geschut tot de oprichting der hierbedoelde compagnicn werden uit Batavia toegezondenhet laatste voor zoover dit niet reeds vroeger was geschied, want reeds terstond nadat tot de bezetting van Toekoe Nek's gebied was be sloten had men op kolonel Pel's verzoek de naar Java teruggezonden achterlaad-ka- uonnen van 12 c. M. weder naar het oorlogsterrein overgebracht, met eeuig ander materieel tot uitrusting der verschillende posten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 117