112
ken in Latigkroek. 's Morgens om ö1/^ uur stonden het 3de hatail-
lon infanterie, versterkt door verschillende detachementen uit Pena-
joeng, kampong Djawa en Langkroek-West, eene batterij berg-
kanonnen en ecnige genietroepen, bij den Pedir-dijk geschaard in
•drie kolonnes, front naar het zuiden, In den rug gedekt door de
tachementen uit Kotta-lladja-bipel en Lamara, die 's vijauds ooste
lijk gelegen kampongs, van de lagune tot Lemboeh observeerden,
werd nu de tnarsch in zuidelijke richting aanvaard die aanvankelijk
alleen op de linkerflank uit kampong Loëk werd verontrust. Terwijl
het geschutvuur uit Langkroek-Oost 's vijauds zuidoostelijk gelegen
heuvelbenling in bedwang hield, bereikte menzonder een schot
te lossen, de versperde toegangen der kampong Berouw, die met de
hulp der genietroepen onder een matig vijandelijk vuur werden ge
forceerd. Drie bentings werden daardoor achtereenvolgens bestormd
en genomen; de tegenstand werdt echter trapsgewijze verwoedertot
dat men na andermaal eene reeks van drie versterkingen te hebben
verineesterdstuitte op 's vijauds hoofdwerk, een aan de Al jeh-ri vier
gelegen benting, die met tal van chicanes ontoegankelijk was ge
maakt en met buitengewone inspanning werd verdedigd. Toch ge
lukte het de ooster- en de noorderface te bereiken, die onder 's vij
auds hevig vuur werden beklommen; een oogenblik scheen de vijand
geneigd zich ook nu nog staande te houden; maar de overmacht der
onzen dwong hem tot den aftocht. Aan de zuidzijde verliet hij zijn
reduit en trachtte zich over de Atjeh-rivier te redden, doch moest
die wanhopige poging duur betalen: slechts één Atjeher bereikte ge
wond den linker-rivieroeverzijne 20 medgezellen waren door onze
scherpschutters neergeschoten.
Ouder bevel van den majoor II. E. L. Prins, die den gewonden
luitenant-kolonel Diepenbroek inmiddels had vervangen, werd vervol
gens Lemboeh in oostelijke richting verder doorzocht en verlaten ge
vonden waarop een drietal punten(t) ter bezetting werden aangewe
zen die door de uit Kotta-Kadja ontboden geniewerklieden in staat
van tegenweer werden gebracht, en ieder voorioopig bezet door een
detachement infanterie met 2 stukken geschut. Doordien de vijand
Tussclien den Pedirdijk en kampong Pinang beoosten Lemboeb door de Atjehers
opgericht na het verlies van Langkroek.
(f) Deze posten zijn hekend onder de namen Berouw, Lemboeh en rivier ben ting;
de laatst vermeldg is gevestigd in 's vijands zoo hardnekkig verdedigd reduit.