119
beantwoord werden, daar de vijand in zijn tegenstand bleef volhar
den, valt het toch niet te miskennen, dat de houding der Atjehers
van lieverlede veel van haar stoutmoedig agressief karakter verloor.
Hevige gevechten hebben dien ten gevolge in de laatste maanden
niet meer plaats gevonden.
Bij voortduring werden echter onze postenzij het ook meestal
uit de verte, verontrust. Geruchten, die bij de Maraksanen
veelvuldig geloof vonden nopens een voorgenomen aanval op Poe-
oe, gaven aanleiding, vooral ter geruststelling van onze bondgenoo-
ten, den 23sten Januari de verlaten kampong Poengei-Blaug-Tjoet
te bezettenwaardoor vooreerst een nadere stap was gedaan tot be
veiliging der westzijde van Kotta-Badja, ten andere het rustig bezit
van kampong Setoe den Atjehers werd ontnomen, en in de derde
plaats de bezetting van Merdohati, als overbodig, kon worden op-
geheveu.
Weinige dagen later werden de operatiën in zuidelijke richting
geopend door de vermeestering van Mendersah-Poeti, waaruit de
vijand den 28sten Januari werd verdreven door eene mobiele kolonne
onder de bevelen van den majoor Van der Meer. De ter zijner
beschikking gestelde macht, het rechter half 10de bataillon en eene
artillerie-sectie, ondervond slechts geringën tegenstand, en nog dien
zelfden dag werd in de sawahin de onmiddellijke nabijheid der
veroverde positie, eene redoute opgericht, die door eene compagnie
infanterie en 2 stukken geschut bezet werd, en weinige dagen later
voltooid was ondanks het aanhoudend geweervuur des vijands. Deze
trachtte daarna op nieuw onze liniën ter hoogte van Lemboeh te
forceeren, maar zag zich in deze poging teleurgesteld, doordien den
4,den Pebruari eene door hem opgeworpen benting (Lamprit) tusschen
Berouw en Langkroek-Oost zonder tegenstand werd genomen en bezet,
in verband waarmede den 9den daaraanvolgende de post te Lang-
kroek-West (f) werd opgeheven en eene tweede versterking in den
oostelijken rand dier kampong werd aangelegd, terwijl bovendien ter
Niet het minst die in Longbattah. Daar stuitten onze verkenningspatrouilles
meer dan eens op den vijand, o. a. den lsten .Februari, toen de 2de luitenant J. A.
J. F. E. Esser eene wond ontving, die na eenigen tijd zijn dood ten gevolge bad.
(t) De vroeger te Langkroek-Oost gevestigde post kreeg nu den naam van Lang-
kroek. Blijkens bot journaal van den opperbevelhebber werden ook de posten te
Lamara en Lemboeh opgeheven, de laatste omstreeks half Maart, nadat den lOden en
den 12den te voren in den oostelijken rand dier kampong twee nieuwe versterkingen
waren opgeworpen; Lemboeh-Noordoost en Lemboeh-Oost.