120 beveiliging van het linker steunpunt onzer stellingen, bezuiden Moe- sapi, den 17den Februari een post werd gevestigd te kampong Tibang, van waar men de prauwen die de lagune bevoeren beter onder schot kon krijgen. Middelerwijl waren de operatiën ten zuiden onzer hoofdstelling den 15den Februari voortgezet, nadat het den Isten luitenrnt E. G. F. Von Ende gelukt was uit Meudersah-Poetidoor de duisternis begunstigd, met eene waarnemingspatrouille eene onbezette benting in de kampong Lamara-Oleijloe te bereiken, welk punt hem zoo gewichtig toescheen, dat hij het voorloopig bezet hield en nadere orders deed vragen. De luitenant-kolonel C. B. H. Van Deutekom werd daarop met 150 infanteristen en 2 stukken geschut nagezonden; maar nauwelijks had hij het den vijand zoo gemakkelijk ontwrongen punt bereikt, of deze kwam in grooten getale opdagen. De majoor llomswinckel werd hierop met eene nagenoeg gelijke macht te hulp gezonden, waarna het weldra mocht gelukken nog twee vijandelijke bentings te nemen. Een dezer laatsten en de door den luitenant Von Ende genomen sterkte werden nu geslecht en in de derde eene bezetting achtergelaten, die van daar een van 's vijands voornaamste verzamelplaatsen, kampong Lohong, met vrucht kon beschieten en bewerpen. De operatiën van dien dag kostten ons 1 doode en 17 gewonden, onder welke laatsten 1 officier. Wilde men de beveiliging van Kotta-Radja aan de zuidzijde vol tooien en onze posten in Longbattah in communicatie brengen met Meudersah-Poeti en Lamara-Oleijloe, dan moest de genoemde kampong Lohong nog genomen en bezet worden. Daartoe werd, nadat de kampong gedurende eeuige dagen uit onze versterkingen in LongbattahMen- dersah-Poeti en Lamara-Oleijloe beschoten was, de 25ste April be stemd. Terwijl twee compagniën mariniers ouder den luitenant-ko lonel Van Deutekom in den oostelijken rand van Lamara-Oleijloe post vatten om den vijand te observeeren en zoo mogelijk afbreuk te doen, trok, onder de bevelen van den majoor ET. W. O. De Bruyn het linker half 6de bataillon infanterie met 2 sectiën artillerie, eene compagnie van het rechter half 9de bataillon (voor het bezetten der posten) en een peloton van het rechter half 5de bataillon (tot het verkennen van het terrein) op Lohong af. De vijand, die Lohong verlaten had en in Mibouw genesteld was, verwachtte den aauval van de zijde van Lamara-Oleijloe, van waar hij krachtig beschoten werd, en hij richtte alleen naar die zijde zijn vuur. Ongehinderd kwamen onze troepen zoo doende in Lohong, en eerst toen men zich daar

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 127