MHOI OlITItE.VT DBS PADRIE-OOBLOG KA 1830,
getrokken uit het journaal van wijlen den
kolonel A. van der Hart.
Het is bijna een halve eeuw geleden, dat op Java een opstand
uitbrak, die ons heeft verplicht een oorlog te beginnen welke vijf
jaren heelt geduurd en die, helaas niet de eenigste maal, heeft doen
zien, dat onze troepenmacht in Indië lang niet altijd sterk genoeg
is geweest om ons dadelijk, en overal waar dit noodig was, naar
behooren te kunnen doen gelden.
Aangestookt en geleid door den even kloeken als beleidvolien en
werkzamen Hipo Negoro, kreeg het in 1825 ontbrande vuur des
oproers spoedig zulk een uitbreiding en een zoo onrustbarend aanzien,
dat men er bepaald op bedacht moest zijnen geene middelen on-
aangewend mochten blijven, om ons het bezit van Java zoo veel
doenlijk te verzekeren en om dus ons gezag dien klem en die kracht
hij te zetten, welke noodig waren, om een vijand te bestrijden en ten
onder te brengendie, door fanatisme gedreven, zich niets minder
had (en doel gesteld, dan de Nederlanders uit het binnenste des
eilands te verdrijven.
Het bleek echter weldra, dat daartoe onze militaire macht op Java
alleen niet toereikende was en dat deze dus moest worden versterkt
al ware het ook dat zulks niet anders kon geschieden dan met op-
offering, althans met het in de waagschaal stellen der belangen van
andere onzer bezittingen in den archipel.
Op grond ook van deze overwegingen voorzeker, nam de hooge
regeering in Indië in 1826 het besluit, dat een gedeelte der troepen