124 van de Westkust van Sumatra naar Java zou worden opgezonden, niettegenstaande onze pas hernieuwde vestiging aldaar en de toen malige omstandigheden des lands zulk eene vermindering van krijgs macht eigenlijk volstrekt niet toelieten. Aan den bekomen last werd intusschen gevolg gegeven en in Sep tember 1826 vertrokken, vau Padang naar Java, 17 officieren en 558 onderofficieren en manschappen. Wij zullen deze troepen hier niet volgen ze namen deel aan den bekenden Java-oorlog; en dewijl liet alleen mijn voornemen is, verder na te gaan wat sedert ter Sumatra's Westkust is voorgevallen en door onze altijd dappere troepen aldaar is verrichtstel ik u voor, mijne lezers, mij met uwe welwillende aandacht derwaarts te willen volgen. Ik doe dat voorstel nu, omdat het mij voorkomt, dat het oogenblik daartoe thans niet slecht gekozen is, nu een zoo groot gedeelte van ons leger nog bezig is op datzelfde Sumatra zijn ouden roem weder op glorierijke wijze te handhaven en daar andermaal, tegenover een niet minder energieken en moedigen vijand, als vroeger de Padries waren, heldenfeiten te plegen, even schoon als die, welke toen in zulk een groot getal hebben plaats gevonden. Vele van die feiten en van hetgeen er toen op Sumatra's Westkust is voorgevallenzult Gij zeker reeds hebben gelezen in het schoone werk van nu wijlen den luit. kol. II. M. Lange, Het Vederlandsehe Oost-Indisch leger ter Westkust van Sumatra (1319 1845).'' Ik heb echter voor mij liggen het eigenhandig aangehouden journaal van wijlen den kolonel A. Van der Hartdiezooals bekend is, in 1830 werd ingedeeld bij de troepen ter Sumatra's Westkust, sedert den daar gevoerden oorlog in zijn geheel en in verschillende rangen en betrekkingen heeft bijgewoond, en gedurende dien tijd nog menig belangrijk feit in zijn dagboek heeft aaugeteekeaddat den overste Lange zeker onbekend is gebleven en dus in zijn werk ook niet of slechts gedeeltelijk is opgenomen kunnen worden. Die aanteekeningenvoor zoover deze heb kunnen te zamen bren genhier en daar schijnen eeuigen te loor te zijn geraakt ben ik voornemens hier mede te deelen, in de hoop, dat ze belangrijk genoeg zullen worden geoordeeld om te kunnen dienen als eene geringe aan vulling, zonder meer, van de ons door den luit. kol. Lange gele verde geschiedenis. Hen onder den kolonel Van der Ilart gediend hebbend officier.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 131