142 In Mei nam het kwaad sterk toe, begunstigd door de hitte, die zich, ten gevolge van eene langdurige droogte, eene maand vroeger dan gewoonlijk deed gevoelen. In de eerste dagen van Juni drong de ziekte in verscheidene andere provinciën, in het begin van Juli bereikte zij Palermo en eene maand later Messina. Gedurende dezen tijd werd de vaste wal ook niet gespaardde hevigheid der plaag verdubbelde in de zuidelijke gewesten, vooral in Reggio, waar de cholera tegen het eind van het jaar hare laatste en ijselijkste verwoestingen aanrichtte. Bij de eerste teekenen van de ziekte nam de generaal Medici, bevelhebber van de afdeeling Palermo, al de maatregelen in het be lang der openbare gezondheid, reeds in 1866 door het Ministerie van Oorlog voorgeschreven. De verschillende troepeukorpseu werden verdeeld in detachementen, opdat geene enkele stad, geen enkel dorp van bezetting misdeeld bleef. Overal werden militaire hospitalen voor de cholera-lijders geopend, gelijk ook infirmerieën voor de twijfel achtige gevallen en huizen voor herstellenden op de meest afgelegene en gezondste plekken. In elk garnizoen stelde men eene gezond heidscommissie aan; de stiengste zindelijkheid werd voorgeschreven in de kazernes, alsook herhaalde ontsmettingenelke troepenbeweging- van de aangestoken plaatsen naar de nog niet aangetaste werd op geschort; elk detachement moest zich gereed houden tot beantwoor ding aan elk verzoek, door het burgerlijk gezag gedaan om gezond- heidscordous aan te leggen en den sterkeu arm te leenen aan de nationale gardes, als het noodig werd, de openbare rust te handhaven- De generaal deed ook bij de toegangen van de voornaamste steden de geschiktste plekken onderzoeken tot het oprichten van kampe menten voor den troep, ingeval de behoefte daaraan zich deed ge voelen; hij droeg zorg, de voeding van de soldaten te verbetereu door daaglijksche uitdeelingen van wijn en koffie. Eindelijk vermaande hij de officieren, de troepen voor te bereiden op een leven van zelfverloochening, verdrietelijkheden en gevaren, die ieder reeds vooruitzag, hen afwachtende met gelatenheid en ver sterkt van geest door de ervaringen van het vorige jaar. De meeste divisie-bevelhebbers in de andere Italiaansche gewesten wijdden zich aan gelijke zorgen. Ongelukkigerwijze zoude de go3de gezindheid van het leger en van de eerlijke en moedige burgers verlamd worden door drie groote vijandelijke machten: het bijgeloof, de vrees en het gebrek, onaf scheidelijke gezellen der besmetting in alle tijden en bij alle volken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 149