7
pleegd, behoudt zijne volle soldij en is dus, materieel, in zeer be
langrijk betere conditie dan degene, die in het garnizoen door ziekte
getroffen wordt. De laatste krijgt slechts hospitaalsoldij, dat is voor
een Europeaan vijfvoor een inlander drie en een halve cent daags
voor vrouw en kinderen zorgt niemandalleen waar eene menage
bestaat, kunnen deze daaraan kosteloos deelnemen. De ongegra-
dueerde soldaat, die, van expeditie terugkeerende, in het hospitaal
wordt verpleegd, behoudt, zooals gezegd, zijne volle soldij, dat is,
minstensvoor een Europeaan 33 en voor een inlander 21 cents per
dagwaarvan hem niets gekort wordt. Het is duidelijk, dat deze
inkorrjsten voldoende zijn om den man in de gelegenheid te stellen,
zich sigaren, tabak en dergelijke zaken te verschaffen.
Komt hier nu het Roode Kruis tusschen beideen verstrekt het aan
dien betrekkelijk goed betaalden man nog verschillende zaken om niet,
dan heeft dat een dubbel nadeel; vooreerst wordt het denkbeeld ge
voed, dat hetgeen door het Roode Kruis gegeven wordt, den man
billijkerwijze toekomt, en krijgt hij dat later niet, dan wordt hij zooals
de ondervinding leert, ontevreden met de behandeling die hij van
Gouvernementswege ondervindtin de tweede plaats kweekt het
malengers. Voorzeker, de man die op het oorlogsveld zijn leven
waagde voor het Vaderland, moet goed verzorgd en verpleegd worden,
en dat geschiedt dan ook; maar men moet rekening houden met de
waarheid, dat indien de man het te goed heeft in een hospitaal, in
dien hij daar vertroeteld wordt, hij zich niet zal haasten om de
ziekeninrichting te verlatenen zich integendeel allicht zieker zal houden
dan hij werkelijk is.
Daarom meenen wij het in het ware belang van het legerdus van
den staatte moeten afkeurendat menin de ziekeninrichtingen, aan
de van Atjeh komende verpleegden van wege het Roode Kruis heeft
verstrekt: sigaren, tabak en pijpenalthans in belangrijke hoeveelheid
eau de cologne; enveloppes, postpapier en postzegels; frambozen-aziju
en stroop; selterswater; spiegeltjes, suiker en alle dergelijke zaken i
die de man zich of goedschiks kan ontzeggen, of van zijne soldij kan
aanschaffen.
Het heeft i. geen zin, dat b. v. aan van Atjeh komende officie
ren manilla-sigaren verstrekt worden. De offfcierstractementen zijn
wel klein, maar toch groot genoeg om de officieren niet van de
publieke liefdadigheid te doen afhangen. Men bedenke dat het Roode
Kruis, juist om veel nut te kunnen stichten, al het niet bepaald