144 drukking toch had de bevolking van het zuiden er toe gedreven, in het bewind slechts een vijand te zien, aanhoudend en in het geheim bezig haar te benadeelen om zijne eigene macht te verzekeren. Op Sicilië werd dit denkbeeld versterkt door- de overtuiging, waarin men was, dat het bewind zich zocht te wreken op de muiterij van Sep tember; de meeste gezondheidsvoorzorgen stuitten dan ook bij het grauw op hardnekkig verzet. De ziekengestichten de ontsmettingen, de bezoeken der ambtenarenalles werd het voorwerp van het wan trouwen, den angst en den weerzin van het publiek. De zieken stemden er slechts in den uitersten nood in toe zich naar het hospitaal te laten vervoerenals wanneer alle behandeling nutteloos wasde meesten stierven dan ookwat het volk bevestigde in de meening, dat de geneesmiddelen vergiftigd en de geneesheeren moordenaars waren. Men stierf liever verlaten, misdeeld van hulp en troost. Het denkbeeld van aanstekelijkheid bespottende, bewoonden tal van huisgezinnen, waarin zieken en gezonden vereeuigd waren, geza menlijk nauwe en besmette hokken, verschrikkelijke brandpunten van verpesting. Men verstopte de lijken, hetzij uit weerzin ze op de kerk hoven begraven te zien zonder kerkelijke plechtigheid, hetzij ten gevolge van de ongerijmde meening, dat de aan cholera gestorvenen niet voor goed dood zijn, maar na eenigen tijd in het leven terug keeren, hetzij eindelijk om het toezicht te ontgaanuitgeoefend over alle familiën, waar men eenig ziektegeval ontdekte. Men putte zich uit in on denkbare zorg om de nasporingen van het bestuur op een dwaalweg te leideu. Soms weerstond men met geweld de ambtenarendie de reeds in verrotting zijnde lijken uit de huizen kwamen wegvoeren. De vooroordeelen van den grooten hoop werden onderhouden door de aanhangers van de Bourbcns en door de clericalen. Al de dienaren van het openbaar gezag: gendarmes, soldaten, tolgaarders, werden beschouwd als zooveel vergiftigers. In eenige streken van Sicilië verdacht men iederen van het vasteland gekomen Italiaan, elders alle vreemdelingen. Men verspreidde in de straten en plakte op de muren opruiende proclamaties, die het volk aanhit sten tot wraak en moord. Dikwijls vergaderde het volk tot een oploop, gewapend met zeissenpieken, geweren, de straten door trekkende om de vergiftigers te zoeken en ter dood te brengende kazernes bedreigende of aanvallende, de woningen der artsen plun derende, in de apotheken dringende, om alles wat zij bevatten te te verstrooien of te vernielen. De raadhuizen der gemeenten werden ingenomen, de papieren en registers verbrand; de nationale vlag werd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 151