149
afwachting van het tromgeroffel, dat het bezoek van den officier der
week aankondigde, verhaalden de soldaten, gezeten op de bedden
of leunende tegen de vensters of groepsgewijze in het midden der
zaal, elkander wat zij over dag gezien en gedaan hadden. De slaap
kamers weergalmden niet meer van luid gezang en gelach, noch van dat
oorverdoovend geraas van vroolijke kreten, dat in gewone tijden des
avonds den aanblik van eene kazerne zoo uitlokkend maakt. De meeste
soldaten waren bewegingloos; men hoorde slechts een dof gemompel,
van tijd tot afgebroken door een uitroep van verbazing van toorn
of van deernisen door lange tusschenpoozen van stiltewaarin men
zou gezegd hebben, dat ieder sliep. De soldaten, die de een na den
ander binnenkwamen, gingen stil naar hun bed er hun koppel en hun
politiemuts neerleggen, kwamen zich daarna mengen onder de ver
schillende groepen, en vertelden ieder het laatste nieuws, dat hij
had opgevangen. De tijdingen waren bijna altijd de aankondiging
van een nieuw ongeluk.
//Weet jelui, dat ze te Grammichele een gendarme kapot ge
maakt hebben De soldaten hebben hem dood in een sloot gevonden;
men zegt, dat zijn gezicht heelemaal stuk getrapt was en zoo mis
vormd, dat het niet te herkennen viel; de armen en de beeuen
waren half opgevreten door de honden."
Iemand vroeg, waarom men hem dood geslagen had.
«Omdat hij de lui vergiftigde."
Een bittere glimlach plooide zich om de lippen van de toehoorders-
//Heb jelui 't nieuws gehoord? Te Belpasso hebben ze den
ambtenaar voor de openbare veiligheid vermoord.
Te Monreale hebben ze- de lersaglieri aangehouden en doodge
schoten.
Te Ardone hebben ze den kapitein van de nationale garde en
den tweede-luitenant G. vermoord en in stukken gehakt.
Op een andere plaats hebben ze op de muren een papier geplakt
waarin ze het volk oproepen van alle soldaten te wurgen en te ver
branden en alle kazernes 't ouderste boven te halenen dat alles
waarom? Omdat wij de lui vergif ingeven, vat jelui?"
Men hoorde een tromgeroer, de kompagnie trad aau, men hield
appèl. De helft van de soldaten ontbrak. De foerier las de namen, en
bij eiken van die welke zonder antwoord blevenzeide de korporaal van
de weekdie rechts van hem stondhem eenige woorden met zachte
stem, na het boekje te hebben geraadpleegd, dat hij in hand hield.
//Ziekenoppasser in het gesticht voor cholera, op patrouille in de