158
een afstand volgde. Vier op vijf vrouwen kwamen driftig toeschieten
en hielden hem aan om hem te vragen, wat er in die schotels was.
Hij had den ongelukkigen invalte antwoorden met eene onbeschoft
heid. In minder tijd dan noodig is om het te zeggen, waren scho
tels servet en fleschje onder den voet getrapt door een grauw
dat als door een tooverslag uit alle hoeken van de huizen der buurt
was komen aanstuiven. De arme jongen had ternauwernood den tijd
zijne bajonnet te grijpen om zich een doortocht te midden der me
nigte te banen, en dankte den hemel, er af te zijn gekomen met
een krab over de wang en een steenworp in den rug.
Een anderen keer, toen drie soldaten voorbij eene rij huizen
buiten de stad gingen hield een van hen stil om een kind te be
schouwen, dat met zijne handen een kuiltje groef. //He! wat een
mooi jongetjezei hij 4 terwijl hij zich boog om hem te liefkozen.
Eene vrouw, niet ver van daar, ziet dit en snelt naar de deur van
een der huizen //Gauw 1 gauwde soldaten vermoorden je kleine
schreeuwt zij uit alle macht. Een rauwe kreet doet zich uit het
binnenste van het huis hoorenen in denzelfden oogenblik verschijnt
eene andere vrouw op den drempel; de soldaten bemerkende, is zij
met één sprong bij haar kind, neemt het in hare armen en op nieuw
een kreet slakende, werpt zij zich pijlsnel in huis, sluit de deur,
en ademloos, met doodsbleek gelaat en verwilderde blikken naar het
venster ijlende, schreeuwt zij met schorre stem en het gebaar van
iemand, die een steen werpt, den soldaten toe: //Vervloekten!''
Onze drie krijgsmakkers stonden met gapenden mond, beweging
loos en verbluft, maar de zorg voor zelfbehoud redde hen spoedig
uit hunne verslagenheid.
De vrouw, die het eerst alarm gemaakt had, had zich gehaast de
buren bijeen te roepen er viel geen tijd te verliezen om zich in
veiligheid te stellen. Nauwlijks waren zij vijftig schreden verderof
men zag voor de deur van de moeder de gewapende voorhoede van
eene volksbende verschijnen.
Op zekeren avond ontmoette een troep boeren die tot opsporing van
de vergiftigers uitging, ver van alle bewoonde huizen bij toeval een
soldaat; nauwlijks hadden zij hem bespeurd of zij maakten zich gereed
hem te vervolgen. De soldaat beging de verkeerdheid hun den rug
toe te wenden en te vluchten. Hij werd achterhaald, door tien han
den vastgehouden, achter een ledig staand huis gesleept, waar men
hem tegen den muur plakte en met den dood bedreigde.