160
en minder ernstige bezorgdheid dan de plicht, elk oogenblik het leven
te beschermen van burgers, ter prooi aan dezelfde gewelddadigheden
en otn dezelfde redenen.
Alle dagen moesten zij toesnellen om eene door woede verblinde
en naar bloed dorstende massa te ontwapenen en tot bedaren te bren
gen, hunne pogingen te vereenigen om bebloede, half doode slachtof
fers uit hare handen te ontwringen. Als men niets anders doen kon
moest men worstelen om zich van de lijken meester te makenopdat
zij niet op de straten gesleept, verminkt, aan de vlammen overgele
verd of aan de wilde beesten prijs gegeven wierden. De soldaten
waren genoodzaakt, vlak achter elkander voorwaarts te gaan te midden
van een gewapenden hoop, die, nu eens uiteengaande, dan weder
opsluitende, hen heen en weer drong, hen scheidde, medesleepte,
zoodat zijin geval van noodgeen gebruik van hunne wapens had
den kunnen maken en een hunner door een messteek kon getrof
fen worden zonder dat zijne kameraden het gewaar werden. Van
zooveel gevaren omringd, moest men zich nog vol vertrouwen toonen,
die bezetenen overtuigen, hun bidden en smeeken. Elke bedreiging
zou nutteloos, zoo niet gevaarlijk, geweest zijn, want door tot toorn
te tergen, zou zij slechts gestrekt hebben om een nieuw bloedver
gieten uit te lokkenwat ongelukkigerwijs niet zeldzaam wastoch
werd er, dank zij deze gematigdheid, menig leven gered, veel bloed
gespaardvooral in die plaatsenwaar de soldaten niet van vergif
tiging verdacht werden en later toen men eenigszins van de voor
ingenomenheid tegen hen terug gekomen was. Één voorbeeld zal
genoegzaam zijn om het te doen begrijpen. De cholera was pas uit
gebroken in een dorpje bij Palermo.
De naam van allen, op wie het afschuwelijk vermoeden drukte,
vloog van mond tot monden men wachtte slechts op eene gunstige
gelegenheid om hen van kant te maken. Onder de verdachten be
vond zich een arme marskramer, die alle twee of drie dagen door
het dorp kwam om zich naar Palermo te begeven. Hij droeg lange
haren een vreemde kleeding, had de wenkbrauwen doorgaans gefrousd,
ruwe manieren en was in zijn spreken kort aangebonden.
Dit was genoeg om hen te doen doorgaan voor een misdadiger.
Op zekeren dag dat de cholera met dubbele woede in het dorp rond
waarde, ondernamen eenige troepen bedelaars, gewapend met zeissen
en stokken, een rondgang door het land, vast besloten, zeiden zij,
korte wetten te maken met de vergiftigers. Een dezer benden ont-