162 op hem aanvliegende, slaat zij hare armen om zijn hals en vangt een woeste worsteling met hare tanden en nagels aan. Beiden op den grond vallende, rollen de twee tegenstanders als wilde beesten over den vloer. De volkshoop daar buitende armen tusschen de tralies van het venster uitstrekkende, trachtte zijne prooi te grijpen onder het uitbulderen van de vreeselijkste woorden de deur kraakte en begon te zwichten. //De soldatende soldaten riepen op eens verscheidene stem men. Een oogenblik later hoorde de arme marsdrager het gedreun van naderende stappen; hij zag bajonnetten voor het venster flikkeren, en hoorde eene zware stem, die het oproer beheerschte, zeggen: //Brood, brood voor iederen." Oogenblikkelijk verflauwen de slagen tegen de deur en "houden geheel op; de armen der aanranders worden tusschen de traliën teruggetrokken, en de woedende kreten lossen zich op in een dof gemompel. De vrouw, uitgeput van krachten, bleef op den grond liggende marskramer was gered. De commandant van het detachement, bij tijds verwittigd van wat in het dorp gebeurde, had in een oogwenk zijn troep verzameld, en na ieder zijn kommiesbrood te hebben doen inpakken, was hij toegesneld om den oploop te doen bedarensterk door het dubbele ontzag, dat bedreiging en weldaad hem gaven. In die plaats wan trouwde men niet alleen de soldaten niet, maar zij waren er zeei gezien uit hoofde van allerlei onderstand, die zij met kwistige hand aan ieder verleenden; hunne verschijning maakte dan ook een eind aan alle gewelddadigheid, en de massa werd bedaard. Een gedeelte der soldaten betrok de wacht in het huis, de anderen bleven ver wijlen om de arme uitgehongerden gade te slaan, die in stilte hun stuk brood verslonden. Maar het moeielijkste werk en hetgeen de soldaten het meest tegen de borst stuitte, was natuurlijk het begraven der lijkeu, waartoe zij zich met dubbelen moed moesten aangorden. Dikwijls kwam er in in het holle van den nacht een bode van het gemeentebestuur aan de kazerne, om te zeggen dat in dit of dat huis in het dorp lijken ontdekt warendie niemand wilde begravenen dat daar terstond in voorzien moest worden voor dat er te veel ontbinding bij kwam. Een luide roffel wekte in een oogwenk het geheele korps een detachement maakte zich gereed, men stak lantarens op, haalde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 169