167 mine!" voegt hij er bij, ndat kunt gij nagaan, na zooveel tijd, zoovele lotgevallen zulk eene ziekte." In dien brief, zoo eenvoudig en ongekunsteld geschrevenstraalde als het ware de vrede, de zalige kalmte door, die in dat stille ver blijf moest heerschen; toen ik hem voor het eerst las meende ik die arme vermagerde gezichten te zien, en die zwakke vermoeide stemmen te hooren. Op een vast uur kwamen de officieren in het klooster om de soldaten hunner compagnie te bezoeken. Dat was een feest. Dan zag men die goede jongens met moeite opstaan, de bleeke hand aan de muts brengen, en terwijl zij de belangstellende vragen der officieren beantwoordden hunne innige dankbaarheid be tuigen met een glimlach, waar beurtelings liefde en achting duidelijk en innig uit spraken. Hier eindigde de brief van mijn soldaat eii ik eindig met hem en houd het beeld voor oogen van dien dank baren aandoenlijken glimlach. De cholera van zeven-en-zestig was voor het leger, zoowel als voor het landeene groote rampmaar die niet zonder vrucht ge bleven is. Het leger ging vooruit in krijgstucht en het is licht te begrijpen hoe dat kwam. Zelfs voor de soldaten wien zij het hardst vielhetzij dat zij weerbarstig en koppig van aard warenof geheel ontbloot van eenig begrip van vaderland en nationaliteit en onbekwaam om zich rekenschap te geven van de noodzakelijkheid van de militaire strengheid, of van het leger; zelfs voor die soldaten verloor, te midden der cholera, de discipline al het hatelijke en ouverdragelijke van vroeger en kreeg zij een geheel nieuw aanzien. Natuurlijk omdat zelfs de onbeschaafdste gemoederen inzagen, hoe edel en groot moedig het was, zooveel te doen en te lijden ter wille van het algemeene welzijn, en begrepen dat indien zij, in plaats van soldaten die zich verbonden hebben en aan krijgstucht onderworpen zijnboe ren of zelfstandige werklieden geweest waren, zij waarschijnlijk bijna elke moeite, en alle gevaar zouden ontvloden zijn en elk slechts voor zijn eigen behoud zou gezorgd hebben. Daarom gevoelden zij, dat eeii groot deel van de verdienste hunner liefdewerken hun niet toen kwam, maar schreven haar stilzwijgend aan de discipline hoe, daar zij dagelijks bij de andere standen der bevolking zagen en ondervonden, welke treurige gevolgen het na zich sleepte wanneer die ontbrak. Naarmate zij zich rekenschap gaven van het doel van al die wettenal die gebruikendie zij vroeger voor onredelijke -

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 174