168
strengheid of noodelooze bezwaren hieldennaar mate zijals het
ware, door hunne eigene daden de gevolgen er van zagen, en niet
konden nalaten die te bewonderen en er zich op te verheffenvorm
den zij zich een juist begrip vau de krijgstucht en onderwierpen er
zich aan als aan eene heilzame noodzakelijkheid. Bovendien had
die gemeenzaamheid, die verbroedering, welke gewoonlijk in tijden
van groote gevaren en gemeenschappelijke rampen zoo snel ontstaat
en toeneemt tusschen officieren en soldatende domsten en kwaad-
willigsten doen inzien, dat, iudien er in het dagelijksche leven eene
strenge, onwrikbare afscheiding tusschen hen is, dit niet voortkomt
uit de vrijwillige opvatting van, eiken afzonderlijken officier, maar
uit eene overeenkomst, eeuen algemeenen regel, voorgeschreven door
de noodzakelijkheid der discipline en door ieder bij ingeving of on
dervinding voor onontbeerlijk erkend. Als dit eenmaal begrepen wordt,
moet natuurlijk al die haat, al die wrevel verdwijnendie gewoonlijk
in het gemoed der weerspannige soldaten opkomt tegen de strenge,
onverbiddelijke officieren; die wrevel, welke gewoonlijk door verkeerd
geplaatste eigenliefde ontstaat, door wantrouwen en vrees gevoed
wordt, verdween geheel en al. Tegenover dat voortdurend schouwspel
van ellende en bij die plechtige eenstemmigheid van neigingen en
wenschen, zag iedereen duidelijk in, hoe onedelmoedig en kleingeestig
persoonlijke haat en wrok waren en voelde ze uit zijn hart verdwij
nen zonder dat hij ze behoefde te bestrijden of zich-zelven geweld
moest aandoen. Daarenboven waren gedurende langen tijd de plichten
en verrichtingen der troepen van dien aard geweest, dat de bevelen
der superieuren niet alleen in gehalte maar ook in den vorm begonnen
samen te smelten met de eenvoudigste godsdienstige voorschriften,
die den kleinsten kinderen aan moeders schoot geleerd worden.
Enkele toespraken door de officieren tot de soldaten gehouden,
zouden woordelijk door een gewijden redenaar op den kansel herhaald
kunnen worden, en enkele dagorders der kolonels waren zuivere,
onvervalschte uittreksels uit het Evangelie. Daarom was het ook
niet mogelijk, dat zelfs de domste eu onbeschaafdste soldaat zich tegen
de bevelen verzette, of er de rechtvaardigheid van in twijfel trok,
of ze minder gepast vond, of den plicht der gehoorzaamheid ver
zaakte. Van lieverlede had, om zoo te zeggen, het gevoel van
godsdienst dat der discipline vervangenen wat men met weerzin
door dwang zou gedaan hebben, deed men nu welgemoed, door
menschlievendheid gedreven.
Van eenen anderen kant had de liefderijke zorg, die de officieren