175 incompleet uit het moederland vertrekken, mag het aantal strijdbare mannen op niet meer dan 30,000 worden geschat. Laat ons nu nagaanwat Engeland in den uitersten nood in het moederland op de been brengen en naar Iudië zenden kan. In het moederland staan zonder depots 50,000 man infante rie, 8000 ruiters en 313 stukken veldgeschut op het papier; eene reserve heeft het Engelsche leger niet, althans niet noemenswaard; de eerste reserve10,000 man behoort grootendeels tot de militie en men beweert, dat men ze niet zou kunnen vinden wanneer ze noodig is; de tweede reserve, nominaal 23,000 man sterk, waaron der lieden van eiken leeftijd, mag niet buiten 's lands gezonden worden. In het jaar 1874 kregen 200 reservisten last, deel te nemen aan de eerste zomermanoeuvres in het kamp te Aldershoter verliepen echter drie weken voordat zij present waren, en dan werd nog ver scheidene dagen heen en weer geschreven voordat ze bewapend werden. Voor den oorlog tegen Ashanti, waar het toch slechts om drie a vier bataillons te doen was, moesten de regimenten uitgenoodigd worden, vrijwilligers te geven om die bataillons op eenigszins vol doende sterkte te doen uitrukken. Dit gebrek aan reserven maakt het ten eenemale onmooglijk, bij mobilisatie van het geheele leger de regimenten op voet van oorlog te brengen; ja het is zelfs de vraag, of de vredessterkte bereikt zou kunnen wordenwant de desertiën nemen bij het Engelsche leger zulke afmetingen aan, dat alle troepenkorpsen ver beneden hunne bij de wet bepaalde sterkte blijven. Het is wel geen bemoedigend ver schijnsel, wanneer in een vrijen staat als Engeland de wederinvoe ring van het brandmerk of vau de inenting van ieder rekruut op zoodanige wijze dat een bepaald herkenningsteeken behouden blijft, dringend aanbevolen wordt Wij gelooven dan ook tot de uiterste grenzen der mooglijkheid te gaan wanneer wij aannemen, dat Engeland 40,000 strijdbare man nen kan mobiliseeren voor den dienst buiten 's lands. De //Army and Navy gazette" van 8 Mei 1875 zegt omtrent den toestand van het Engelsche leger het volgende: //Wij zien, dat de vreemde mogendheden met reuzenschreden voorwaarts gaan in de hervorming harer legers en de volmaking der bewapening; dat zij hare korpsen steeds vermeerderen en alles aanwenden om de mobili satie te bespoedigendat zij zelfs de kleinste bijzonderheden vooraf uitwerken en regelen. Daarentegen hebben wij, in vergelijking met

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 182