11 Er is een tijd geweest, dat enze adelborsten met de Jeadets hunne opleiding te Breda hebben ontvangen aan de akademie, welke toen de Koninklijke Akademie voor de Zee- en Landmacht werd genoemd. Die vereenigde opleiding heeft zes jaren van 1852 tot 1857 geduurd en is toen in laatstgenoemd jaar voor de marine definitief overgebracht naar de kweekschool te Willemsoord, waar zij thans nog plaats heeft. Dit geschiedde, omdat, volgens de marine-specialiteiten, aan land geene jongelieden tot geschikte zee-officieren opgeleid kunnen ivorden. Of men aan land jongelieden kan opleiden tot geschikte zee-of ficieren? //Dat is genoeg bekend", zeide de heer Delprat in eene zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaalop 11 December 1854. Ten bewijze dat die opleiding goed kan gaan, durfde hij wijzen op eene proef van elf jaren te Delft, waar onze zee-officieren vroeger werden opgeleid. Die proef werd daarna twee en tivintig jaren te Medemblik voortgezet; want al ligt Medemblik ook aan de Zuider-see, het louter zien van die zee kon niet veel tot de opleiding- van den aanstaanden zeeman bijbrengen, en er op kwamen de adel borsten niet dan eens in liet jaarbij gelegenheid van kruistochten. Van Delft kon men dus niet zeggen, dat het eene ongeschikte plaats was voor de opleiding van zeeofficieren. Te Medemblik werd die zelfde opleiding voorgezet. en later beweerde men, dat, het onder wijs voor de adelborsten te Breda niet praktisch genoeg was. Laat ons zien, in hoeverre deze aanmerking gegrond was. Vijf jaren na de oprichting van het instituut te Medemblik was daar voor de adel borsten niet alleen nog geen schip, maar zelfs geen mast of tuig hoe genaamd. De geheele opleiding voor het praktisch zeeleven bestond toen in gymnastische oefeningen in eene gewone zaal, onder de lei ding van een onderwijzer in de wiskunde, als bijzaak. Dat was behalve het deelnemen aan een kruistocht eens per jaar de gansche maritieme opleiding der adelborsten. Eu daarover zijn toen geene klachten gevallen. In Breda werd aan de akademie voor de zee- en landmacht veel meer aan praktische oefeningen gedaan. maar toen heette het, dat de theorie de praktijk geheel overheerschte Dat oordeel, toen uitgebracht, was voorbarig. In 1852 kwamen de eerste adelborsten op de akademie te Breda en vóór 1857 reeds toen de marine nog geen enkel van die krijgsschool afkomstige zee officier had keurde men de opleiding te Breda, in vereeniging met de kadets, af. Waarom? Het is waar, sommige zeeofficieren zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 18