189 hebbende, dat dichte vijandelijke drommen zich door Villers-Ceinay (drie achtsten eener geografische mijl ten oosten van Givonne) in de richting van Illy gewend hadden (een kwart mijl ten noordwesten van Givonne), koesterde hij slechts ééne vrees, namelijk, dat de lin kervleugel der Pranschen noordwaarts wierd omgetrokken. Hij be sloot dus het leger saam te trekken op het plateau van Illy, zoodat zijn rechtervleugel zou leunen tegen Sedan en de Maasen zijn linker tegen het dal van Givonne en het boschachtig terreindat zjch tot de Belgische grens uitsterkt. Wel had de generaal Wimpfi'en, even na zevenenvernomendat de generaal Ducrot met het opperbevel was bekleed gewordenmaar in de onderstelling, dat de nieuwe aanvoerder beter dan hij was inge licht omtrent de voornemens van Mac-Mahondeed hij noch zijne ancienneteitsrechten noch de van den oorlogsminister ontvangen volmacht gelden. Toen hij echter kennis droeg van de door den generaal Ducrot genomen maatregelen en van het begin van uitvoe ring, dat zij reeds hadden gekregen, meende hij te meer, dat het zijn plicht was zich te toonen, omdat hij in het geheel niet deelde in de zienswijze van Ducrot. Deze onderwierp zich zonder tegen spraak. De generaal Wimpfi'en, die de aanzienlijke strijdkrachten kende, welke de Pruisen tot in den omtrek van Donchery hadden doen voortrukken, geloofde-niet aan de mooglijkheid van een aftocht door Mezières; hij meende, integendeel, dat het leger zich zonder gevaar kon staande houden in de sterke stelling, die het in dezen oogen- blik innam. Na ze zegevierend verdedigd te hebben, hoopte hij de Beieren onder den voet te trappen en zich een weg te banen naar Carignan, ongetwijfeld met het voornemen, de hand te reiken aan de armee van Bazaine, een plan, dat, gelijk men weet, het plan van den oorlogsminister was. De generaal Wimpfi'en gaf dus onmiddellijk aan de generaals Grand- champ, Pellé en 1' Héritier bevel hunne terugtrekkende beweging te staken, en deed den generaal Vassoigne zeggen, naar Bazeilles de troepen zijner divisie terug te zenden, die er aan ontnomen wa ren geworden. Deze bewegingen hadden eene verwoede worsteling ten gevolge tusschen de Branschen en het eerste Beiersche korps en de Saksische artillerie in de omstreken van La Moncelle, van het park van Monvilliers en van Givonne (op Eeymann's Spezialkarte Sedan, No. 196, ligt Monville, niet Monvilliers, halfweg Bazeilles en La Moncelle).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 196