191 pen in vollen aftocht naar Sedan en Givonne, en zag hij al de hoog ten ten westen van La Moncelle ingenomen door de Duitschers wier linkervleugel zelfs reeds Balan (een kwart mijl ten zuid oosten van Sedan) omvatte. De noodzaaklijkheid dit gedeelte van het slagveld te versterken was dus duidelijk. Daar echter de divi- siën L'Héritier en Pellé (eerste korps) reeds op marsch waren om zich naar den Calvaire d'llly te begeven gaf de generaal Wimpffen, die den kritieken toestand van het twaalfde korps inzag, aan den generaal Douay bevel hem al de troepen te zendenwaarover hij be schikken kon. In gevolge dezen last zond de generaal Douay achtereenvolgens naar Bazeilles de brigade Maussion van het vijfde korps, die men hem als reserve had gegevenen naar het bosch van Garenne de brigades der divisie Dumont, die vervangen werden door de divisie Conseil-Dumesnil. Ondanks de heldhaftigste pogingen moest de Calvaire d'llly tegen twee uur door de Pranschen verlaten worden, die in het bosch van La Garenne terug trokkenwaarin zich sterke detachementen Prui- sischen infanterie wierpen en waarop de talrijke Duitsche batterijen, aan den voet van den Calvaire opgesteld, een hagelbui van granaten deden regenen. Men kan zich een denkbeeld vormen van den toestand der Pran- sche armee in Givonne en het bosch van La Garenneals men weet, dat zij van drie kanten was blootgesteld aan het vuur van een en zeventig Duitsche batterijenen men zal zich niet verwonde ren over de wanorde, die in hare gelederen ontstond. De inneming van den Calvaire besliste over het lot der Pransche armee. De volgende gevechten zijn slechts voorvallen zonder groote gevolgen. De schrijver van het werk bewijst bijzondere hulde aan de dap perheid waarmede de Pransche ruiterij gestreden heeft. Ofschoon, zegt hij, hare inspanning niet met een gelukkigen uitslag is bekroond geworden, ofschoon het lot van het Pransche leger niet meer af hing van hare zelfopoffering, zal de Pransche cavalerie zich altijd met trots de slagvelden van Ploiug en Cazal (een achtste mijl ten noor den van Sedan) kunnen herinnerenwaar zij op den dag van den slag van Sedan zoo roemrijk den palm der overwinning heeft moe ten afstaan aan een' overmachtigen vijand. Wordt vervolgd).

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 198