197
de geheele vijandelijke macht op de been was gekomen en deze zich
zelfs gereed maakte om de onzen te vervolgen, had de kapitein Heli-
wig maar even tijd genoeg om terug te trekken en met veel moeite
en niet zonder eenige gewonden in het bivouac terug te keeren.
Den 7(lei1 Juni hield men zich bezig met de kampong goed te
verkennen, ten einde daarnaar de plaats te kunnen aanwijzen,
waar ons geschut zou worden opgesteld om den volgenden dag tot
den aanval over te gaan. Gedurende den nacht werd door den luite
nant Schepern eene batterij opgeworpen op een geweerschot afstand
van Narras, loodrecht op de verlenging der oostelijke flanken vóór
dat nog de dag aanbrak waren de beide twaalfponders, door den 2™
luitenant A. Van der Hart met een groot gedeelte der Priamansche
bevolking, in positie gebracht, en was een houwitser van 24 pond
op eenigen afstand links en meer achterwaarts opgesteld.
Om drie uur in den morgen van den 8™ stelden de troepen zich
in beweging. Ue kolonne van den kapitein Hellwig werd bestemd
tot den hoofdaanval op de oostelijke flank; ze bestond uit de le
kompagnie jagers onder kapitein C. B. P. De Sturler, de Madureezen
en eenige flankeurs; ze nam twee hand mortieren mede en moest haren
weg nemen door het reeds bekende kreupelbosch. Eene tweede ko
lonne onder den kapitein W. Thorig (6e kompagnie) zou de ver
sterking van de zeekant naderen; de 5 - kompagnie zou tot dek
king dienen van het geschut en op het midden aanvallenterwijl
de luitenant T. B. Veltman, met een detachement flankeurs, aan de
noordzijde tegen de tot Narras behoorende kampong Passer Baroe
moest ageeren, waartoe hij met de schoener Vlieg derwaarts zou wor
den overgebracht en 's avonds reeds embarkeerde.
Zonder ongelukken bereikten de troepen de hun aangewezen pun
ten; de handmortieren konden echter door het moeielijke terrein
niet worden medegenomen, zoodat deze nu bij de 12-ponders in
batterij gebracht en met veel succes gebezigd werden tot het werpen
van brandkogels.
Met het aanbreken van den dag zou tot den aanval worden over
gegaan, nadat op een hiertoe te geven sein het vuur uit de batterij
zoa zijn geopend.
Het als dat teeken geloste geweerschot was dan ook nauwelijks
gevallenof het gebulder van ons geschut weergalmde door de ge
heele VII kottas.
Het duurde niet lang, of de kampong stond op verscheiden plaat
sen in brand, en alsof dat het afgesproken signaal was voor een