Quay, die weldra ernstig met den vijand slaags raakte; de le lui
tenant Schepern die met een 3-ponder aan deze kolonne was toe
gevoegd kon daarbij echter niet medewerken.
Door het overhaast oprukken dezer troepen had het geschut, dat
door koelies moest worden getrokkenniet zoo spoedig kunnen vol
gen; en toen men er eindelijk zoo ver mede geyorderd was dat men
onder het bereik der vijandelijke kogels was gekomen, wierpen de
koelies de munitie weg en kozen het hazenpad. De luitenant Schepern
werd daardoor in de onmogelijkheid gebracht om, zelfs toen hij zijn
stuk met moeite op eene geschikte plaats had gekregen, daarmede iets
uit te voeren. De houwitser, waarbij de sergeant Bufllo was inge
deeld, kwam onder gelijke omstandigheden aan_; alleen bij den 12-
ponder, die onder behoorlijke dekking en de bevelen van den lv lui
tenant Veltman werd vooruitgebrachtwas het gelukt, de koelies bij
elkander te houden. Deze kwam dus, van de noodige munitie voor
zien, in batterij, doch dewijl onze troepen inmiddels reeds tot onder
de vijandelijke linie waren doorgedrongen en alleen om het bezit daar
van vechtende waren, moest ook deze vuurmond onbenut blijven staan.
De kolonne van den kapitein De Quay had veel te lijden, doch
niettegenstaande de dappere verdediging, en ongeacht de komman-
dunt dóór een kogel uit een vijandelijke donderbus in de borst ge
troffen werd, bleef zij volhouden en drong zij eindelijk, met den 1™
luitenant Witte van Haemstede aan het hoofd de sterkte overwin
nend binnen, toen ook de kolonne van den majoor Michiels was
aangekomen en liet sein tot een algemeen storm gegeven was.
Van Ampaloe Tingie zou nu tegen Soengei Sarie opgerukt en ge
ageerd worden, in vereeniging met een detachement dat, onder de
orders van den 2en luitenant B. Bouman, uit de bovenlanden der
waarts was gemarcheerd.
Deze kampong kwam echter denzelfden dag in onderwerping, en
daar haar voorbeeld weldra door verscheidene andere werd gevolgd,
waren de geheele VII kotta's spoedig weder onder ons gebied te
ruggebracht en mocht men het er voor houden, dat door de geduchte
les, haar gegeven, ons gezag in de benedenlanden vooreerst niet we
der zou worden aangerand.
Terwijl de majoor Michiels naar Java terugkeerde, om van al het
voorgevallene volledig kennis te geven en tot verdere bestrijding der
padries en geheele herstelling onzer macht meerdere troepen voor
Sumatra aan te vragen, begaf zich de luitenant-kolonel Elout met
200