20.3 Na afloop van dezen tocht keerde de majoor Michiels in Februari 1832 naar Batavia terug. Het padriesche hoofd van Bondjol, Toewankoe Imankou nog niet berusten in de herhaalde nederlagen, welke hij in de laatste maanden had geledenen ofschoon reeds vele zijner dappere aanvoerders en beste strijdknechten daarbij gevallen en zijne gelederen aanmerke lijk gedund waren, kwam toch de gedachte, dat hij met zijne groote overmacht door slechts een gering getal onzer troepen geslagen was, hem telkens als een schandelijk verwijt weer voor den geest. Hij begreep bovendien, dat deze toestand niet zonder nadeeligen invloed kon blijven op zijn grooten naam en op zijn zoo belangrijk overwicht bij de bevolking van Alahan Pandjang; en het was dus vooral tot behoud daarvanmaar ook tevens tot bekoeling zijner trotsche wraaklust, dat hij het nog eens wilde wagen, een inval te doen in de pas onderworpen distrikten der benedenlanden en zich weder meester te maken van de Y en VII kottas. Hij rekende te eerder in dat plan te zullen slagen, omdat alom het gerucht was verspreid, dat de geheele padriesche macht na het eindigen der poeassa tegen ons bestuur zou opstaan en ons, zoo wel in de boven- als in de benedenlandenzou komen overvallen. Peeds in Maart zien wij hem dan ook met eene macht van 5000 man het regentschap Priaman binnendringen. Toen de tijding daarvan te Padang werd ontvangen, was de voor. hoede, onder aanvoering van zijn neef, Toewankoe Moeda, reeds tot Mengoppo genaderd en had zij daar eene versterkte stelling ingeno men terwijl de hoofdtroep, onder de leiding van den Iman, eene meer achterwaartsche positie bezet hield. Onmiddellijk werd eene kolonne samengesteld van twee kompag- niën infanterie, onder de bevelen van den kapitein C. B. F. De Stur- ler, die nu met spoed tegen Mengoppo oprukte, na te Priaman nog een klein gedeelte der bezetting, een handmortier en de hulptroepen uit dat district te hebben opgenomen. De vijandelijke positie, die in het front zeer sterk en van achte ren door eene breede snelstroomende rivier gedekt waswerd den 27sten Maart zoowel door de maleische hulptroepen onder aan voering van den luitenant Engelbert Van Bevervoorden als door de kolonne van den kapitein De Sturler, met moed aangevallen en be- Volgens den overste Lange den l?en.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 210