210 singelde s vijands linker vleugeldiehierop niet gerekend hebben de, spoedig terug trok. De bezetting eener daar gelegen kleine redoute wilde zich echter niet overgeven, en scheen besloten te hebben zich liever dood te vechten dan haren post te verlaten. Hare moed en volhardinghoe groot anders ookwaren evenwel niet voldoende om zich staande te houden. De overste Krieger en de luitenant Yon Lützow, die beide uitmuntende schutters waren, behoefden hunne geweren maar aan te leggen om reeds dadelijk drie der dappere verdedigers te doen nederstortenen toen daarop de stormmarsch werd aangenomen, was de sterkte weldra in onze handen Bestoud bij onze troepen reeds een bijna algemeene haat en wrok" tegen al wat padrie wasbij de kolonne van den luitenant-kolonel Krieger stegen die ten top, toen de algemeen geachte en beminde kapitein Schenk doodelijk gewond neerviel, juist toen hij bij het bestor men als altijd met heldenmoed was voorgegaan en een der eersten de vijandelijke borstwering had bereikt. Een reeds gewond en neergevallen padrie had den dapperen officier zien naderen en als eene laatste poging tot verdediging bracht hij dezen een lanssteek toe, welke hem dadelijk deed neerzijgen en kort daarna den geest deed geven. Dat verlies moesten al de verdedigers met hun leven betalen en op elk hunner werd de dood gewroken van een onzer verdienstelijkste officieren. Terwijl de kapitein Veltinan de omtrekkiug van den rechtervleugel volbracht, waren de luitenant Van der Hart en Jorissen met hunne pelotons langs den linkervleugel meer achterwaarts getrokken, om den vluchtenden vijand zooveel mogelijk afbreuk te doen en tevens te zorgendat geen versterking uit Lintou de kolonne Krieger in den rug kon bestoken. Hunne beweging naar den rechtervleugel voortzettende, bereikten zij de sterkte aan die zijde juist toen de kapitein Veltman met zijne ko lonne daar aankwam en zich stormenderhand van haar meester maakte. De kolonne van den kapitein Genet en de maleische hulptroepen waren op het centrum ingevallen, terwijl de overste Krieger, steeds voortrekkende, zich weldra van de geheele linie meester maakte, zonder den vijand tijd te laten om van den schrik en de verwarring te bekomenwelke onze plotselinge verschijning, en vooral die van de kolonne Krieger, bij hem hadden te weeg gebracht; daarbij werd nog menig padrie door het vuur der troepen van de luitenants Van der Hart en Jorissen nedergelegd.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1876 | | pagina 217