211
Met de liuie van Lintou viel zeker een van de sterkste en meest
belangrijke padriesche verdedigingswerken in onze handen. Het
was eene borstwering van 17 voet dik en 10 voet hoog, de kruin
was bovendien dicht bewassen met bamboe doerie, terwijl achter de
linie, en parallel aan deze, eenige kleine gesloten redouten waren
aangelegd, waarbinnen zich wachthuisjes bevonden, die, op palen ge
bouwd hoog genoeg geplaatst waren om het omliggend terrein zelfs
over de liuie heente kunnen waarnemen en beschieten.
Meer dergelijke wachthuisjes bevonden zich op kleine afstanden
van elkander, langs de geheele linie; vóór de liuie was eene diepe
gracht gegraven, terwijl het glacis met randjoes beplant en van wolfs
kuilen voorzien was. Nadat de linie genomen was en eenige Kleine
kampongs in de asch waren gelegd, kwam in den namiddag de groote
kampong Kawe in onderwerping, de le2e en 6e kompagnie be
nevens de artillerie vertrokken daarop derwaarts om te overnachten,
de 5e kompagnie bleef bij de veroverde linie posthoudende 4e kom
pagnie trok terug op den Marapalm.
Den 24cn kreeg de luitenant Van der Ilart bevel om met zijne
kompagnie, de 5e, naar de kampong Kawe op te rukken zoodra hij
door de 4e kompagnie zou zijn afgelost. Te Kawe aankomende, moest
de 5e kompagnie, na 40 man te hebben achtergelaten, voorwaarts
trekken, ten einde zich aan te sluiten bij de drie kompagniën van den
overste Krieger, die naar Tapisello was opgerukt. Kort daarop zag
men van de hoogte, waarop de kampong Kawe gebouwd isop ver
scheidene plaatsen de vlammen uitbreken en een brand ontstaan, welke
was aangestoken door de inaleische hulptroepen die zich bij de ko-
lonne Krieger in menigte hadden aangeslotenen geen huis of
hut op hunnen weg ongedeerd lieten staan.
Zelfs de kampong Batoe Boelat, welke den vorigen dag in onder
werping was gekomen doch nu door hare bevolking verlaten werd
gevondenkon voor de maleische wraaklust niet gespaard blijven en
was weldra geheel eene prooi der vlammen geworden.
De luitenant Van der Hart was nauwelijks met zijne kompagnie
bij de kolonne van den overste Krieger aangekomen, of een onder
officier kwam daar de tijding brengen, dat de kapitein Veltmandie
vooruit getrokken was tot het verkennen der kampong Tapisello
deze genomen en daarbij de vier stukken kanon heroverd had welke
in April 1823 bij den Marapalm in 's vijands handen waren gevallen.
Bij het doen zijner verkenning had kapitein Veltman de kampong