212
slecht bezet gevondendat had hem aangespoord om haar dadelijk
aan te vallen en hij .deed zulks met zoo veel moed, dat de vijand, na
eenige lillaschoten te hebben gelost, zich gereed maakte tot de vlucht
en daartoe geheel oversloeg, toen zijn kruitmagazijn in de lucht
vloog en daardoor een brand ontstond, welke later, door onze malei-
sche troepen onderhoudende geheele kampong in de asch legde en
oorzaak was, dat ook de affuiten van onze heroverde stukken ver
brandden.
De kampong Tapisello was algemeen om hare sterkte berucht; de
borstwering, welke aan de frontzijde eene dikte had van acht voeten,
bestond grootendeels uit keisteenen aangevuld met aarde en voor
zien van talrijke struiken van bamboe doerie; zij was ongeveer een
uur gaans in omtrek en versterkt door eene vrij diepe gracht.
De huizen binnen de kampong waren zeer regelmatig en straats-
gewijze gebouwd, en grootendeels omgeven door goede en met zorg
aangelegde waterleidingen.
Terwijl de kolonne van den kapitein Veltman bij Tapisello het
bivouac had opgeslagenbleef het overige gedeelte onzer troepen te
Baloe Boelat, tot dat den 26cu de overste Krieger met de 6e kom-
pagnie van het 7C bataillon (kapitein Genet) den marsch naar het
Agamsche aannam, ten einde de operatiën aan te vangen tegen het nog
vijandige distrikt Boekit Kamang.
Denzelfden dag drongen de luitenants Hendriks en Bender van
de zijde der XX kottas het distrikt Boea binnen, met dit gevolg,
dat de nog wederstand biedende vijand spoedig terug trok en in on
derwerping kwam.
De kapitein De Quay, wien de regeling der zaken in Lintou was
opgedragen, begaf zich den 27e naar het nieuw onderworpen Boea;
doch toen hij den volgenden dag terugkeerde, werd hij met zijn de
tachement uit de kampong Loeboe-djanten onverwachts beschoten.
Onmiddellijk werd de luitenant Van der Hart met een detachement
van 50 bajonnetten derwaarts gezonden om de kampong tot straf ge
heel in de asch te leggen. Na om 3 uur in den namiddag te zijn
afgemarcheerd, kwam deze al spoedig ter bestemde plaats aan, zon
der iets van den vijand te hebben bemerkt. Nauwelijks echter be
proefde men de kampong binnen te dringen en in brand te steken
of een aanzienlijk getal padries trad te voorschijn en stelden zich
met zooveel onversaagdheid te weer, dat zij met de sabel in de hand
onze troepen tot op vier a vijf passen naderden en terug wilden